Het was weer eens nodig. Met veel moeite een afspraak gemaakt en op het bewuste uur schoorvoetend de zaak binnen geschuifeld. Slik. Het is nog prettiger vertoeven bij de tandarts. Daar kun je je tenminste nog een half uur angst aanpraten en de dodelijkste horrorscenario’s voorbij zien vliegen. Nee, hier word ik meteen door een uitgelaten poedel uitgewrongen en besnuffeld, van mijn jas ontdaan en vervolgens driftig naar een stoel gedirigeerd.
‘Zitten!’
‘Maar, maar…’
‘Geen gemaar, bek houden en hoofd naar achteren.’
En nog voor ik nog iets kan zeggen word ik hardhandig bij de haren gepakt en naar achteren gedrukt waarbij mijn hoofd steunt op een haak die zo gevaarlijk snijdt in mijn vel dat ik al bijna ben doodgebloed voordat het echte gereedschap tevoorschijn wordt getoverd.
De zondvloed die mij vervolgens nog net niet verzwelgt is nog maar het topje van de ijsberg. Ik ben nog maar nauwelijks bevrijdt uit de ketens van de verdrinkingsdood of een nieuwe marteling komt om het hoekje kijken.
Terwijl ik het zojuist ontstane trauma probeer weg te slikken, word ik op een andere stoel gedeponeerd.
Daarna is het tijd voor de strop. De flink uit de kluiten gewassen slabber wordt zo strak om mijn keel gesnoerd dat mijn ogen vijf centimeter naar voren steken. Daarna is het even stil.
Met zwaar dreunend hart en angstzweet (dat zich inmiddels als een kleine oase onder mijn stoel heeft gevormd) staar ik vervolgens een minuut of wat (een oneindige eeuwigheid als je geluk hebt) in een zo fel verlichte ruimte dat ik elk moment Petrus voor mijn neus verwacht. De spiegel die zich metershoog voor mijn dakpan uittorent doet mij alleen nog maar meer ineenkrimpen als een heel klein muisje.
Dan wordt de stilte verbroken. Het is te laat. Vluchten kan niet meer.
Achter mij staat de kapster. Met een glimlach die een dinosaurus op hol zou doen slaan, kijkt ze me meedogenloos aan. ‘Wat mag het zijn meneer?’ vraagt ze op zo’n afschrikwekkende fluistertoon dat ik eigenlijk het liefst luid krijsend door het raam zou willen springen.
Het maakt niet meer uit wat ik zeg. Mijn dagen zijn geteld. Ze weet precies wat er gaat gebeuren. Met mijn kikkerogen staar ik haar zwijgend aan. Ik slik hoorbaar.
Ze glimlacht weer en knikt bevestigend alsof ik haar precies heb verteld wat ze wilde horen.
Eerst word ik in de juiste stand geduwd. In mijn geval de laagste stand. Als je zo lang bent als ik, is dat zelfs niet genoeg. Nee, dan moet je ook nog een beetje onderuit zitten. Liefst zo ver naar beneden dat ik met mijn adamsappel nog net boven de zitting uitkom zodat mijn hoofd precies hoog genoeg boven de stoel uit zweeft om vast te grijpen. Want dat doen ze namelijk graag daar. Ze grijpen je bij de strot en gaan zo hard te keer dat je als een kaalgeplukte kip het pand weer verlaat om een volgende keer gewoon weer terug te komen alsof er niets gebeurd is. Nou, mij niet gezien. Maar zover is het nog niet.
Ze is niet groot maar ze heeft een gordel om haar lijf hangen waarin de meest afschuwelijke martelwerktuigen bungelen. Precies die gereedschappen die in een stevige horrorfilm niet zouden misstaan.
Ze moeten wel een hekel hebben aan haar. Als je ziet waarmee die afschuwelijke fout gestyliste opmaakpruimen mee rondhuppelen weet je wel hoe laat het is. Ze hebben niet voor niets zoveel scharen.
En als ze dan toch bezig zijn, nemen ze meteen maar even de overige lichaamsbeharing mee.
‘Zullen we de neusharen ook meteen maar even wegcijferen?’
Voor je het weet ben je zo kaal gestript dat er op je geschaatst kan worden.
Ongemakkelijk glijd ik van mijn stoel. Als een stokoude opa van 95 strompel ik naar de kassa waar mij een zo hoog bedrag wordt voorgeschoteld voor het zojuist ontstane leed dat ik nog net niet dood neerval.

Met een gehalveerde spaarrekening vlucht ik de vrijheid tegemoet. Ik heb het overleefd. Ik sla mezelf als een gorilla geestdriftig op de borst (daarbij nog net geen hartaanval veroorzakend), zoek de draad van mijn leven op om hem weer langzaam af te rollen.

Op naar de tandarts.

 

 

Loading full article...

Begrijp ik nou goed dat je je eerst mooi laat maken voor de tandarts(-assistente)?
😁
kijk na zo'n kappersbehandeling ga je zingend naar de tandarts.
heel veel sterkte!
Met ware doodsverachting? 
Ik leef enorm met je mee!
Dat doet een mens goed.