De tuin is winterklaar... maar wat is dat eigenlijk 'winterklaar'?
Het wordt koud en regenachtig. Over je T-shirt trek je een trui. Je haalt je winterjas van zolder.
Dezelfde reactie zie je in de natuur. De bladeren vallen en vormen een dikke beschermende deken vol van leven. Een deken van organisch materiaal waar insecten en kleine dieren zich verschuilen. Wie er geen plekje neemt, zoals vogels en muizen, voedt zich met wat ‛ie eronder vindt.
Jouw tuin, het park en het bos zijn overwinteringsplaatsen voor insecten en allerhande (lagere) diersoorten. De wintertuin is de voedselvoorraadkamer van de natuur. Ondergronds wordt alles gegeten en gepoept. Hiermee wordt jouw tuin vruchtbaar gemaakt en in gereedheid gebracht voor het voorjaar.
Schimmels doen het grove werk, het voor-verteren van de ruwe materialen. Daarna kunnen bacteriën, pissebedden, duizendpoten en dergelijken er van genieten. Wormen trekken de rottende bladeren de grond in, maken zuurstofgangen voor plantenwortels en poepen stikstofrijke poepjes die je bodem rul en luchtig maken. Bacteriën zetten de organische materialen om in 42 verschillende voedingstoffen (zoals koolstof en stikstof). Ze houden deze vast voor de volgende generatie planten. Ook de miljarden poepjes van de bacteriën bevatten een soort lijm die de bodem z’n prachtige korrelige structuur geeft.