“Al moet ik je naar het einde van de wereld volgen” had ik veelbetekenend geantwoord op zijn vraag of ik ook werkelijk op zijn invitatie in zou gaan. Vanaf het moment dat ik in zijn ogen keek wist ik dat die bruine kijkers hoorden bij de man die al een paar jaar in mijn dromen verscheen. Mijn hart was bijna uit mijn lijf gesprongen toen hij me uitnodigde voor een ‘zelf geknutseld etentje’, zoals hij het noemde.  Ik wist het zeker, dit wás hem. 

De week was voorbij gekropen en iedere minuut had ik gefantaseerd over hoe onze date zou kunnen verlopen. Gepiekerd had ik over wat ik in godsnaam aan moest trekken en welke kleding passend zou zijn. Het moest sexy zijn natuurlijk, maar mijn bedoeling mocht ook weer niet té opvallend zijn. Een beetje ‘nonchalant sexy’. En het moest natuurlijk gemakkelijk uit te trekken zijn, door hèm wel te verstaan. Het hele bed had vol gelegen met kleding waarin ik mezelf voor de spiegel had bekeken en uiteindelijk had ik gekozen voor mijn rode jurkje. Het jurkje waarin mijn figuur zo goed tot zijn recht kwam dacht ik.Uiteindelijk was het dan toch nog zondag geworden. Uren had ik in de badkamer doorgebracht, ieder haartje lag in de plooi, was gladgestreken of verwijderd. Mijn huid had ik gescrubd en geboend, ingewreven met een naar vanille geurende lotion.  Ik hoopte maar dat hij van vanille hield. Natuurlijk hield hij daarvan, wij waren immers voor elkaar bestemd.

Van verbijstering was mijn mond open gevallen toen ik bij het, door hem opgegeven adres, aankwam. Dit kon toch niet waar zijn? Ik had nog eens alles gecontroleerd en kwam tot de conclusie dat hij me vast hier kwam ophalen om me  vervolgens naar een geheime fantastische locatie te brengen. Misschien wel een groot landhuis of een kasteel. In dit vervallen pand zouden toch alleen nog maar ratten een schuilplaats vinden? Toch? Ondanks mijn ongeloof bekroop me toch een vreemd voorgevoel en twijfelde ik of ik niet gewoon door zou lopen. Maar nee, ik moest hem zeker terugzien.

Enkele minuten later stond hij voor me, zomaar ineens uit het niets leek het. Met zijn plotselinge aanwezigheid verbrak hij mijn overpeinzingen en met een zacht “Hi schoonheid”… .  Met knikkende knieën keek ik in zijn ogen en vergat alles om me heen.  Ik liet me meevoeren naar een stoffig vies kamertje in het vervallen huis. Op de grond lag een oud matras. Eromheen stonden grote brandende kaarsen die de verder donkere kamer een zachte gloed gaven. “Neem plaatst schoonheid, ik ga even naar de keuken”. Hij sloot de deur achter zich. Toen hij de sleutel omdraaide klikte het ook in mij en realiseerde ik me dat ik beter kon maken dat ik weg kwam hier. Ik trok haastig en met bibberende handen een paar rotte planken voor het raam vandaan en zag dat ik aan de achterkant van het gebouw was. Ik hurkte op de vensterbank en zocht met een voet vaste bodem en toen dat lukte klom ik onhandig naar buiten.  Van een van mijn pumps brak de hak af waarop ik ze beiden haastig uitgooide en begon te rennen.  

Ik hoorde hem inmiddels achter me aankomen. Luid schreeuwde hij: “Ik krijg jou wel, al moet ik je naar het einde van de wereld volgen”.

Loading full article...