Nachtmerrie
Als kind had ik een steeds terugkerende nachtmerrie. Ik droomde dat ik op het schoolplein speelde en ontdekte dat ik geen ondergoed aan had. Nooit gedacht dat deze droom ooit waarheid zou worden en het zonder ondergoed lopen het minst gênante deel zou zijn.
Venetië, de stad van de liefde, gondeliers en watertaxi's, smalle steegjes, bruggetjes en duizenden toeristen. Samen met mijn vriendin geniet ik van een heerlijke Italiaanse maaltijd in het Ghetto, de Joodse buurt aan de noordkant van Venetië. Mijn darmen borrelen een beetje, zoals altijd na een cappuccino. We beginnen aan de terugweg. De plattegrond blijkt niet heel gedetailleerd te zijn. Veel straatjes en steegjes staan er gewoon niet op. Eigenlijk moet ik naar het toilet. We lopen langs terrasjes, vol mensen genietend van de avondstond. Mijn vriendin vindt dat ik best naar binnen kan lopen om naar het toilet te gaan. Gewoon doen. Maar nee, dat durf ik niet. 'Het lukt nog wel even', zeg ik overmoedig. Op de heenweg zijn we langs een McDonalds gekomen, lekker anoniem, daar ga ik wel. De terugweg duurt door de onvolledige kaart veel langer dan verwacht. Na elke bocht komt weer een straatje, in de tegengestelde richting dan waar we naar toe willen.
Het geborrel in mijn buik gaat over in krampen. Op de treden van een van de vele bruggetjes puf ik ze weg. In de steegjes wordt het langzaam drukker, Ik herken de souvenirwinkeltjes en de opluchting is groot als ik eindelijk het logo van McDonalds zie.
Ik snel naar binnen, mijn blik schiet door de ruimte. Nee, dit kan en mag niet waar zijn. Voor het dames toilet, met van die western klapdeurtjes, staan minstens 15 vrouwen in de rij. Aansluiten en rustig wachten is geen optie. Ik moet mij bedwingen om niet naar buiten te rennen. Mijn vriendin vraagt verbaasd, 'al klaar?' 'Nee' , snauw ik haar toe. Er was toch een openbaar toilet hier in de buurt? Haastig loop ik door de mensenmassa op zoek naar het bordje. Daar is het, richting Rialtobrug. Mijn volledige aandacht is gericht op mijn kringspier, praten kan niet meer. Na elke bocht hoop ik het steegje te zien waar ik vanochtend gepind heb. Naast die pinautomaat is het toilet. Eindelijk na nog een kwartier bordjes volgen zijn we er. Ik ren naar de deur, mijn hart maakt een sprongetje, verlossing is nabij. Duw, de deur klemt of, nee, op slot!

Niets kan mijn darmen nog tegenhouden, ik ga zitten op de drempel van een mooie oude voordeur. En ik wil dood, nu, ter plekke. Mijn vriendin oppert optimistisch om toch maar een restaurant binnen te gaan. dan dringt de geur in haar neus door. En het ergste is, ik ben nog lang niet klaar. Ze geeft mij een plastic zak om de re