Mary Ainsworth

Met behulp van de ‘Vreemde-Situatie-Test’ heeft Mary Ainsworth (1978) vier typen van gehechtheid kunnen onderscheiden:

  • Type A: onveilig-vermijdend gehecht (± 20%)
  • Type B: veilig gehecht (± 60 – 70%)
  • Type C: onveilig-afwerend of ambivalent gehecht (± 10%)
  • Type D: ongeorganiseerd / gedesoriënteerd gehecht (± 15%)

Type A: onveilig-vermijdend gehecht 

Het kind lijkt niet te reageren op de afwezigheid van de opvoeder en richt zijn aandacht op het speelgoed in de kamer. Kinderen die onveilig-vermijdend gehecht zijn, hebben ervaren dat de opvoeder afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Het kind laat geen gevoelens zien bij de afwezigheid van de opvoeder, omdat deze kunnen lijden tot afwijzing. Het kind gebruikt veel energie om de natuurlijke hechtingsreactie te onderdrukken en is erg gespannen.

Type B: veilig gehecht

Het kind reageert als de opvoeder de kamer verlaat, maar gaat na een tijdje op onderzoek uit. Het kind zoekt toenadering wanneer de opvoeder terugkomt. Er is sprake van wederzijdse blijdschap in het contact tussen opvoeder en kind. Het kind laat een gezonde balans zien tussen exploratiedrang en gehechtheidsdrang.

Loading full article...