Ik heb me net lekker in mijn zetel gemanoeuvreerd als de bel gaat. Met enige tegenzin sta ik op en doe de deur open. Een enorme herfststorm blaast door de deuropening en een dodelijk vermoeide bij valt plat op zijn neus op mijn deurmat neer. Ik pak het arme beestje op en geef hem een lekker honingbad om weer op krachten te komen.
Na een tijdje doet hij zijn ogen open en verteld dat hij verdwaald is. 
Ik vraag het bijtje waar hij naartoe moet waarop hij antwoord: ‘Ik ben op zoek naar de lente.’ 
Ik schud mijn hoofd en zeg: ‘Je bent te laat, maar je hebt wel de herfst gevonden.’ 
‘O, nee!’ snikt het bijtje. ‘Waar moet ik nou heen?’ 
Ik strijk over mijn hart en bied de gestrande reiziger mijn logeerkamer aan. 
Dankbaar wordt mijn geste aangenomen.



Loading full article...