Poep, poep, en nog eens poep
Jayno de krokodil springt rond met een vies gezicht, terwijl hij zijn linkervoet hoog in de lucht houd.
‘Waar heb je last van?’ vraagt de olifant.
Jayno laat zijn voet zien. ‘Kijk dan toch!’ roept hij uit. ‘Ik heb in de poep getrapt!’
‘Nou, nou, je hoeft het niet in mijn neus te duwen,’ moppert de olifant. Hij draait zich om en wil weglopen, maar blijft dan stokstijf staan. ‘Hè bah, nou heb ik ook in de poep getrapt!’
De olifant hinkt naar de vijver en wast zijn voet schoon. Ook de krokodil doet mee.
‘Wie zou dat gedaan hebben?’ vraagt hij zich hardop af.
‘Ja,’ zegt de olifant. ‘Wie is die viespeuk?’
Al gauw verzamelen zich meer dieren rond de vijver. De merel maakte een ongelukkige landing en heeft nu poep aan zijn vleugel. Het konijn hupte vol in de plakkerige poep evenals de beer. De eekhoorn heeft zijn staart besmeurd en de mol heeft een vieze neus. Hij valt bijna om van de stank.
De olifant komt frisgewassen uit het water en stapt vervolgens opnieuw in een verse vlaai.
‘Ik word hier schijtziek van!’ brult hij zo hard dat de uil uit zijn boom valt. Ook in de poep.
De uil kijkt boos naar de olifant. ‘Zie mij toch eens aan. Dat is toch geen doen?’
De olifant wordt rood. ‘Het spijt me vreselijk.’
Om nog meer ongelukken te voorkomen gaat Jayno snel op zoek naar de dader. Heel voorzichtig loopt hij door het bos. Bijna overal liggen hoopjes poep. Om de zoveel tijd klinkt er een kreet wanneer iemand er weer is ingetrapt.
De krekel hinkelt uit het struikgewas. Hij wijst achter zich en roept: ‘Daar gaat hij, de viezerik!’
Jayno rent er naartoe. Hij volgt een spoor van uitwerpselen en vindt uiteindelijk de muis. Die zit zachtjes piepend met zijn bips op de grond.
‘Dag muis,’ groet Jayno. ‘Heb je hem gezien?’
‘Wie bedoel je?’ vraagt de muis.
‘Degene die overal in het bos poept, natuurlijk!’
‘O,’ zegt de muis. Hij kijkt snel om zich heen en fluistert: ‘Dat was ik. Niet verklappen hè!’
‘Echt? Waarom dan?’
‘Ik deed het niet expres,’ piept de muis. Hij wrijft over zijn buik. ‘Ik heb gisteren teveel gesnoept en nu moet ik steeds… oei, daar komt er weer één!’
Een scheetje en een drolletje later ligt de muis in bed. De krokodil heeft dokter das erbij geroepen. Die kijkt in de oren en ogen van de muis en luistert naar zijn buik die kreunt en kreunt.
Dokter das knikt, grijpt in zijn tas en haalt er verse kruiden uit. ‘Drink je thee en rust goed uit. Dan komt het allemaal weer in orde.’
Jayno schudt de dokter de hand en alle dieren in het bos waren natuurlijk vreselijk opgelucht.
En de muis? Die was heel verstandig en snoepte een hele lange tijd niet meer.
* Uit mijn bundel Jayno de krokodil