Nood
De rij voor de kassa is lang. Heel lang. Tante Coby staat er lichtelijk in te wiebelen. Eerst weinig, maar allengs komt er meer beweging in de beentjes. Als je goed kijkt worden die steeds meer naar binnen geplaatst – om niet te zeggen: geknepen. Het valt uiteindelijk ook oom Frits op, al die onrust naast hem.
‘Wat zie je er ineens benauwd uit. Is er soms wat?’
‘Er is zeker wat,’ piept tante Coby, ‘zijn we al bijna aan de beurt?’
‘Nee nog niet. Duurt volgens mij nog wel even hoor. Is dat een probleem?’