Dit is mijn laatste gedicht,
Een zwanenzang van enkel maar zwarte noten,
Zoals altijd schrijf ik met giftige doornen
En mijn donker, donker bloed,
Nu nog meer met het einde in zicht.

Er is geen hemel, alleen een verdoemende hel,
Gevuld met de obligate duivels en demonen,
Likkende vlammen met een vuur dat verteerd
Wat nog rest van de stukjes hoop in mezelf.

Ik ween te laat de gulzige tranen van berouw,
Op de weg van mijn gemakkelijke voornemens,
Ik ween mijn woorden op een wervelende wind,
Een grootsprakerige kakofonie van Babelse klanken.

Een testament over het inslaan van de verkeerde straten,
Het verliezen van wat ik nooit heb gehad,
Een schuldgevoel zwaarder dan de zwaartekracht zelf,
Dat mij als een molensteen nog dieper trekt.

Vaarwel, jullie die ten onrechte van mij hielden,
Tot ziens, hartenvreters en zielenbrekers,
Ik zie jullie daar straks beneden wel,
Want besef, ieder verdient zijn eigen stukje hel.

Vandaag kijk ik voor het laatst naar mijn spiegelbeeld,
Zie ik de lelijke eend die dacht dat hij ooit een zwaan zou worden,
Dit is mijn irriterend gekwaak,
Alvorens ik voor altijd rust onder de Vleugels van de Raaf,
Dit is mijn laatste gedicht…

Of misschien toch niet.

 

© Rudi J.P. Lejaeghere

Gedicht uit de collectie van mijn Poe-achtige poëzie, een verzameling van 16 zwart geladen gedichten.

Loading full article...

Ik denk het niet Rudi, ik denk het niet.
Haha, vond het iets hebben om het zo op te bouwen... maar ik denk het ook niet hoor, bedankt :-)
Mooi duister geschreven weer.
Dank je wel, Dieter :-)