Gesprekken met kinderen zijn zo belangrijk!  Datgene wat je denkt, voelt, beleeft, kunnen verwoorden, moeten kinderen ervaren en leren. Maar ook dat datgene wat je vertelt waardevol is en als waardevol gezien wordt door de leerkracht, de groep en thuis door de ouders.
Tijdens de kringgesprekken breiden de ki. hun woordenschat uit, ontwikkelen ze de zinsbouw en oefenen ze in het vertellen van gebeurtenissen en belevingen, maar leren ze ook oplossingsgericht te denken. Leren ki. belangstelling te tonen voor elkaar en en zich te houden aan de gespreksregels.

Vandaag hebben we in de kring gesproken over al die geheimzinnige dingen die tijdens de Sinterklaasperiode gebeuren.
Super spannend, want Sint, Piet en zelfs het paard  kunnen op het dak lopen. Niemand had ooit gezien hoe ze dat voor elkaar kregen. Laat staan iets gehoord! Ik vroeg aan de kinderen of zij er wel eens aan gedacht hadden hoe dat kon?
Tja moeilijke vraag……...dus denkhoofden aan……… bij de eerste vraag!!!!!

Hoe komt het paard op het dak?
Het paard heeft plakkers aan de poten, dan kan het paard tegen de muren omhoog lopen.
Wat heel bijzonder is, is dat het paard ook kan zweven met een toverspreuk van de Sint.
Wanneer ik een liedje zing over het paard van Sint die op het dak loopt, komen de kinderen erachter dat een paard geen poten heeft, maar benen, voeten en hoeven. Ook het woord schimmel kwam in het liedje voor. Schimmel zeiden de ki. kan aan je voeten zitten. Ja en dat klopt, niet leuk, want het jeukt. Ik leg uit dat op het eten wat te lang bewaard of bedorven is ook schimmel kan zitten. Van die groene en gele pluisjes.
Maar in het liedje wordt met schimmel het paard van Sint bedoeld. Een wit paard wordt ook een schimmel genoemd.

Hoe komen de Sint en pieten dan op het dak?
Ze klimmen langs de buis omhoog. Als juf vraag je dan door! Welke buis en waar zit die dan? De kinderen leggen uit …..A ha ….. de regenpijp …..
De pieten hebben een vouwladder. Die wordt op de vensterbank gezet, ze klappen de ladder uit en dan klimmen ze omhoog naar het dak.
De pieten maken een berg van stenen, daar klimmen ze op, dan klimmen ze op het hek en dan springen naar de dakrand en trekken zich omhoog. Maar goed, zeiden de kinderen dan moet je wel een hek hebben. Dat is waar!
Ja, zegt Mees, waarom niet gewoon door de deur! En dan de trap op naar boven.
Maar wat als de deur op slot zit?  Niet zo moeilijk zegt Mees, gewoon een stukje open laten. Maar Sylvie weet dat de Sint een sleutel gebruikt die op alle deuren past. Ik vertel dat dat een loper is! Een loper past op bijna alle deuren. Het woord bijna schenen de ki. toch erg belangrijk te vinden, want toen ik herhaalde dat een loper op alle deuren past, zeiden de ki. “bijna alle deuren, juf”

Het was een gezellige kring en ik heb ervan genoten! Zo origineel als ki. kunnen zijn!!!! En ondertussen hebben ze heel veel woorden erbij geleerd. Die woorden komen op de themamuur sinterklaas te hangen. Een muur waar het leren zichtbaar wordt gemaakt aan de kinderen. Wat gaan we oefenen tijdens het thema Sint? Welke leervragen hebben de ki. ? Welke woorden hebben we geleerd? Iedere zin of woord op de themamuur wordt voorzien van een picto, zodat de kinderen zelf er ook een betekenis aan kunnen geven. Natuurlijk wordt de themamuur regelmatig besproken in de kring.

Patricia


Mysteries rond sinterklaas en mondelinge taalvaardigheid