De nieuwe inzichten omtrent de oorsprong van de mens volgen elkaar in een rap tempo op. Een goede reden om eens te kijken naar de nieuwste ontwikkelingen in een uiterst dynamisch vakgebied.

Wil Roebroeks is hoogleraar Human Origins aan de universiteit Leiden. Vijf jaar geleden interviewde onze bevlogen gastschrijver Rob Oele hem. Maar er is inmiddels alweer veel nieuws te melden. Hoog tijd dus om Roebroeks nog eens aan de tand te voelen. En dan komen er direct twee nieuwe ontwikkelingen aan bod. Dat is ten eerste dat de genetica steeds opnieuw revolutionaire perspectieven biedt. En ten tweede het idee dat de moderne mens en Neanderthalers mogelijk onderling kennis uitwisselden in plaats van dat ‘we’ hen uitroeiden zoals vaak gedacht. Een verslag van een fascinerend gesprek tussen twee mensen met een passie voor hoe onze geschiedenis ooit begon.

(Menselijk) DNA uit theelepeltje sediment halen
Oele: Mijn eerste vraag aan Roebroeks is wat zijns inziens de belangrijkste vernieuwing(en) van de voorbije vijf jaar zijn. Hij noemt dan vooral een methodologische innovatie, te weten de mogelijkheid om DNA uit sedimenten te kunnen halen en daaruit genera en soorten te identificeren. Concreet moet je je daarbij voorstellen dat je een stukje grond, stof of modder van bijvoorbeeld de bodem van een grot opstuurt naar een laboratorium zoals dat van het Max Planck Instituut in Leipzig. De collega’s daar blijken dan in staat om op basis van de biomoleculen in een theelepeltje sediment van tienduizenden jaren oud een soortenlijst samen te stellen. Dat kunnen planten en dieren zijn maar ook vroege mensen(soorten). Roebroeks:“Dat is echt te gek!”.

Brengt ons terug bij:  Onze eigen herkomst blijft ons verrassen