Boven de kegeltjes,(gevoelig voor de rode ,groene en blauwe lichtgolven) die zich in de gele vlek of fovea bevinden (dat is de plaats waar de lichtgolven zich in een punt samenvoegen). Waardoor we scherp kunnen zien. Wijken de neuronen die ermee verbonden zijn naar opzij. Zodat het licht er maximaal op neer kan vallen. Ieder kegeltje heeft maar 1 neuronentoren boven zich. Zodat de hersenen er prima wijs uit kunnen geraken en ze ons de kleuren van de voorwerpen die we zien, voortreffelijk kunnen voorschotelen.

Bij de staafjes is dat niet het geval. Zij nemen dan ook het werk van de kegeltjes over als het schemerig of maan-donker is. De staafjes staan in contact met honderden, soms duizenden verschillende neuronen. Daar kunnen de hersenen geen kleuren meer uit afleiden. Vandaar dat we in het schermerdonker alles zwart, grijs of wit zien.

Nochtans zijn ook de staafjes gevoelig voor de middelmatige groene lichtgolven.

De staafjes en kegeltjes in het oog hebben, naargelang wat ze willen doorgeven, met de neuronen één of meerdere verbindingen


De verschillende neuronen,, zoals de (op de schets oranje) bipolaire cellen, de horizontale bruine cellen, de gele amacriene cellen hebben ook het licht opgevangen dat aan hen voorbijging en sturen hun eigen bijkomstige bevindingen daaromtrent door naar de vooraan liggende mooie ronde blauwe gangioncellen. Die hebben aan hun opbouw hele lange uitlopers die in een tunnel verdwijnen, namelijk in de oogzenuw. Deze kabels geven alle info over wat je ziet door aan je hersenen. Daar waar de oogzenuw zit zie je helemaal niets. Want daar zit de blinde vlek.

Loading full article...