Op een bankje aan de zee
Daar zat ik dan, alleen op de bank, starend naar de zee, tussen allemaal vrolijke mensen, mensen die gelukkig waren, iets wat ik niet was. Het was een jaar nadat ik mijn vrouw verloren had. Na 2 jaar vechten tegen kanker heeft ze het uiteindelijk opgegeven. De laatste dagen dat ze nog leefde was ik elke dag bij haar. Ik zag hoe ze dag na dag achteruit ging, ik zag haar einde naderen. Op de dag van haar dood, een uur voor ze stierf, gaf ze me nog een briefje waarop een aantal zaken stonden, die ze nog wou waarmaken. Haar leven was veel te kort geweest. Nu, een jaar later had ik het briefje nog altijd niet gelezen op de titel na: DINGEN DIE IK NOG WOU DOEN VOOR IK ZOU STERVEN. Het werd tijd dat ik het briefje opendeed en ging lezen wat er instond. Maar ik was bang, maar voor wat? Bang om woorden aan te treffen die ik nog niet zou aankunnen, woorden die ik niet zou begrijpen, bang om terug te denken aan haar en m’n verwerkingsproces terug van voor af aan te moeten starten? Nog langer wachten had geen enkele zin, ik moest het ooit eens lezen, of ik het nu las of nog een jaar zou wachten, ik zal evenveel verdriet blijven hebben. Ik haalde het briefje uit mijn zak, en vouwde het open. Het briefje had al een jaar in mijn zak gestoken, overal had ik het mee naar toe genomen. Het briefje was opgedeeld in 2 delen. Het was een stukje tekst en een lijstje.
Loading full article...