Het Nederbos.
Er was eens, heel lang geleden een fantastisch mooi bos. Het bos was niet zo groot, en er was ook veel water in het bos, dus er woonden slechts enkele soorten vogels in het prachtige bos. Omdat het bos laag lag, dat in tegenstelling tot omringende bossen, werd het bos Nederbos genoemd.
Zoals ik al zei waren er enkele soorten vogels in het bos. Zo waren er om te beginnen de Eksters. Ze deden zich heel vriendelijk voor, logen alle andere vogels voor en ondertussen stalen ze de nesten van alle andere vogels leeg. Niet in één keer, dat zou teveel opvallen. Nee, ze haalden steeds iets weg, en steeds een beetje meer, en als ze dan betrapt werden, dan vielen ze de betrapte ekster af, en gingen gewoon verder met hun gelieg en geroof. Omdat het handige praters waren, kwamen ze er steeds weer mee weg.
Je had ook de wijze uilen. Die zaten hoog in de bomen en zagen wat er allemaal onder hen gebeurde en probeerden dan de andere vogels te waarschuwen. Helaas waren de andere vogels soms doof of ontzettend eigenwijs, en zo konden de eksters hun gang blijven gaan. Soms was het zo dat er uilen waren die een graantje mee wilden pikken, en sloten zich stiekem aan bij de eksters en zorgden daarmee voor verwarring bij de andere vogels.
De meest vreemde vogel was de zuigeend. Dat waren vogels die met iedereen bevriend wilden zijn, maar dan wel als alle andere vogels net zo dachten als zij. Ze fluisterden in de hoorgaten van andere vogels en vertelden daar allemaal hoe slecht de eksters waren, maar ondertussen waren ze wel met de eksters bevriend. Aan de uilen hadden de zuigeenden pas echt een hekel, want de uilen vertelden de waarheid over de valsheid van de zuigeenden, en er was één ding waar zuigeenden absoluut niet van hielden, en dat was de waarheid.
Veruit de grootste groep waren de kwartels. Kwartels had je in diverse soorten en maten. Je had kwartels die ooit hoopten met de eksters mee te mogen doen en zo niet meer zo hard te hoeven werken, er waren er die graag met de zuigeenden omgingen en de rara ideeën van de zuigeenden overnamen, je had de dove kwartels, die luisterden nooit naar de uilen, maar trapten in ieder verhaal dat de eksters of de zuigeenden ze vertelden, en je had de kwartels die graag met de uilen om gingen om zo ook een stukje wijsheid te kunnen bemachtigen.