Opgeslokt door de aarde.
Op 1 December 1965 klonk er rond half vier een oorverdovend lawaai.
Het gas gierde bij wijze van spreken om je oren. Een fontein van modder en water spoot met reuzenkracht metershoog de lucht in. Het regende modder, er klonk een oorverdovend lawaai.
De boortoren van dikstaal en bijna vijftig meter hoog, knakte even voorover en verdween in enkele
seconden gracieus in de gaskrater. Opgeslokt door de onrustige aarde. Werd nooit meer iets van teruggezien.
Dit verhaal vertelde mijn vader 92 jaar toen hij mij vroeg of ik hem naar het kraterbosje wilde brengen. Hij ging er regelmatig naar toe met zijn eigen auto, maar hij vertrouwde zich zelf niet meer in het verkeer. Zelf heb ik er nooit zelf bij stil gestaan kom er vaak langs maar toen mijn vader het vroeg zei ik, ja hoor het is nu heerlijk weer. Toen ik bij de poel stond zei ik tegen hem, raar eigenlijk dat er hier zo'n toren in zit. Hij keek me aan en zei, kom mee. We liepen een soort pad af en kwamen uit bij een groot grasveld, hier onder dit grasveld ligt de boortoren ik weet niet hoe diep maar alles echt alles ging mee kantoren en keten waar de mannen in aten auto's caravans noem maar op gelukkig geen mensen daar ben mogen we heel dankbaar voer zijn. Hij liep verder door een smal padje waar de rollator net door kon keek hij uit over de weilanden en wees naar het veld in.



Daar stonden we op die dag we waren op dat moment de laatste bieten aan het trekken voor de koeien ik trok net een biet uit de grond en zag een soort luchtbel mee omhoog komen en om ons heen steeds meer. We keken naar het platvorm en zagen dat er paniek was en de toren stond scheef, foute boel zei je opa kom we moeten hier weg. Toen we wegliepen werden de bubbels steeds groter en het lawaai werd steeds luider we keken om en zagen de toren zo naar beneden zaken. In de ogen van opa zag ik ongeloof en zorgelijk zoals ik hem nog nooit heb gezien hij zei, dit ga je niet menen hij wees naar oom Albert jij gaat naar de boerderij en jij gaat met me mee om te kijken of er nog overlevenden zijn. Toen we eraan kwamen lopen kwamen de eerste werkmannen ons tegemoet lopen helemaal onder de modder, we konden niets doen. Gelukkig heeft iedereen het overleefd.
Naderhand ben ik me er toch eens in gaan verdiepen en het bleek dat het Haantje een klein gehuchtje even wereld nieuws was. De poel waarvan jaren lang dacht dat daar de boortoren in zat bleek dus een illusie te zijn deze werd gebruikt om het boorgat te dichten. Maar toen ik over het veld liep kreeg ik toch een beetje een raar gevoel dat hier in de diepte goh wie weet hoe diep er een compleet platvorm met boortoeren in de aarde was verdwenen.