Op geweld en samenspanning staan klip en klare gevangenisstraffen
Hubert Smeets

Naast gewone politici heb je in de politiek ook pyromanen en bloedhonden. Caroline van der Plas van de BoerBurgerBeweging is zo’n pyromaan. Woensdag, kort nadat de rapaljeboeren Bart Kemp (Agractie) en Mark van den Oever (Farmers Defence Force) hun voorspellingen hadden waargemaakt dat een „boerenopstand” dreigde en op de „dag des doods” [...] „de beuk” erin zou gaan, twitterde Van der Plas de klassieke verklaring van een politicus die de greep op haar achterban is kwijtgeraakt. „Let wel: ik keur rellen niet goed. Maar…” Waarna ze zich aanbood voor de bluswerkzaamheden.

Maar wie is de bloedhond?
In de begindagen van de Weimarrepubliek was de sociaal-democratische minister Gustav Noske de bloedhond. In januari 1919, toen de eerste (links)democratische regering in de Duitse geschiedenis onder druk van de communistische Spartakusopstand leek te wankelen, zette hij het leger in. „Eén moet de bloedhond zijn”, zei Noske. Er moest nu eenmaal iemand de „verantwoordelijkheid” nemen om te verijdelen dat de bolsjewieken de vrije verkiezingen voor de constituante zouden kapen, zoals ze in 1917 in Rusland hadden gedaan.

Geen misverstand. Nederland is geen Weimarrepubliek. De natie heeft een mooie democratische geschiedenis en kampt niet met de nasleep van een verwoestende oorlog.

Maar dat er iets rot in het koninkrijk, is onloochenbaar. Dinsdag was zo’n dag die stonk. Die ochtend chanteerde de club van Van den Oever zich, onder dreiging van trekkers voor de deur, naar binnen bij de opening van het jaarcongres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Andere boeren blokkeerden het provinciehuis in Assen en stelden daar eveneens ultimata. En ’s avonds, nadat de Tweede Kamer alle moties van wantrouwen met overtuigende meerderheden had weggestemd, rukten kinkels, bewapend met trekkers en vuurwerk, op naar de woonhuizen van minister Christianne van der Wal (VVD) en parlementariër Derk Boswijk (CDA).

Premier Mark Rutte was verontrust, zeker, maar bagatelliseerde de intimidaties toch ook door ze af te doen als onacceptabele acties van „een kleine groep boeren die het verpesten voor de overgrote groep die wel beschaafd wil demonstreren”.

Iets klein maken is een kwaliteit van de VVD-leider. Maar is dat verstandig? Nee. Er is er alle reden om deze aanval op de democratische rechtsstaat juist groot te maken. Wat er dinsdag is gebeurd, riekt namelijk naar putschisme.

De boeren waren er met hun gierkarren en brandende strobalen op uit om de familie van een minister en volksvertegenwoordiger te intimideren. Van den Oever mag hun jonge kinderen met neerbuigend machismo „pussy’s” noemen, feitelijk hebben de met houten voorhamers en ijzeren staven bewapende boeren geprobeerd om Van der Wal en Boswijk door bedreiging met geweld opzettelijk te verhinderen om vrij en onbelemmerd hun plicht te vervullen, zoals het heet in de artikelen 95, 96, 121, 122 en 123 van het Wetboek van Strafrecht. Het belemmeren van ministers en volksvertegenwoordigers in hun werk is geen misdrijf dat met een boete kan worden afgedaan. Op geweld en samenspanning tegen regering, parlement, provinciale staten en gemeenteraden staan klip en klare gevangenisstraffen: van vier jaar tot maximaal levenslang.

Rutte taxeert de ernst niettemin rooskleuriger. Hij denkt nog steeds te kunnen „voorkomen” dat politie en burgemeesters moeten „optreden”, zoals hij daags na het boerengeweld zei. De premier wil geen bloedhond zijn.

Is er dan niet een andere Noske te bekennen? Een minister die, uiteraard zonder het dodelijk hoge geweldsspectrum tot voorbeeld te nemen dat de Duitser bereid was in te zetten, zegt: „Wat mij betreft, ik schuw verantwoordelijkheid niet”? Nee. De spoeling in Den Haag is dun. Zo dun dat je er bang van wordt.

Hubert Smeets is journalist en historicus. Hij schrijft om de week een column in NRC.
#boeren #protestacties #terroristen #stikstof #subsidies #landbouw #melkvee #koeien #biodiversiteit #watervervuiling #mest

Loading full article...