Ik voel mij zo alleen
Ik voel mij zo alleen
Nog nooit heb ik zoiets zo sterk gevoeld. Ik heb de behoefte aan troost. Iemand die de armen om mij heen slaat en mij het gevoel van geborgenheid geeft. Dat het goed komt. En mij stevig blijft vasthouden.
Ook ik ben mens en heb ik daar de behoefte aan. Alleen, mijn ouders hebben mij dit nooit kunnen geven. Mijn familie woont te ver weg. En bij vrienden is het toch anders.
Mijn gehele leven wandel ik zo voort zonder getroost te worden. Een die hard, die dat zachte niet nodig heeft, maar gewoon uber hard was. Alleen nu wil ik een lange stevige knuffel. Een troost. Ik wil getroost worden.
Ik wordt zachter. Ik wordt gevoeliger. Ik wil vastgepakt worden. Ik ben helemaal niet zo hard. Ik mis hem. Ik ben geschrokken van het hele ongeluk. Ik ben geschrokken omdat hij het niet heeft overleefd. Ik ben geschrokken dat wij zo ver waren op de aardbol. Ik voelde mij zo alleen. Ik wil getroost worden.