Dit herhaalt zich iedere maand, soms week.  

Een Yoorsiaan vroeg mij, of ik ook door zou gaan met mijn woord-fetish. Laat die beer niet los, want zie hem maar weer eens te vangen. Tja, te laat. 

Blaaskaak, is dat niet een prachtig woord? Niet vanwege de betekenis, al brengt dat mooie woorden, zoals snoever, pocher, opsnijder en deze voor wonderballenman van de schutterij: Praalhans.  

Terugkomend op blaaskaken, in de geschiedenis weinig terug te vinden. Boreas, de god van de Noordenwind. In 1903 publiceerde Langendijk een gedicht, een parodie op een collega, met als titel: Blaaskaakeriana.   

Onnozel nog van taal, denk ik aan iets zoals een ontsteking. Een opgeblazen kaak. Een blaasbalg past in dat plaatje. Zoals een klompvoet, schimmelnagel, akelige kwalen, waarbij het lichaamsdeel benoemd. Met een slijmbal, is slijmen tevens de betekenis, dat kun je bij blazen niet zeggen. 

Loading full article...

Ik vat de titel niet helemaal, maar dat kan aan mij liggen hoor. Heb teveel slijmbalblogjes in één dag gelezen, ga morgen maar verder.
hihi,   er wordt wat 'afgeblazen' in opblazen ;-) 
Goeie zeg.....beetje humor op z'n tijd doet wonderen...