Stephen March knikte bevestigend. Toen de man het witte doek met een tip wegtrok om het lijk te identificeren trok zijn gezicht bleek weg. Hij slikte een paar maal om zijn protesterende maag tot rust te brengen. Zijn zus Suzy was weliswaar bijna onherkenbaar verminkt over het ganse lichaam, maar de kleine tatoeage in haar nek, de rode ronde sikkel rond de groene bol van maretak in de rechter onderkant van de hals zou hij overal herkennen.

Hij zocht werktuiglijk naar iets anders en vond dan ook het kleine litteken op haar afgehouwen linkerhand. Het gekartelde witte littekenweefsel op haar ringvinger was weliswaar minder duidelijk dan toen ze nog leefde en het bloed nog door haar ledematen stroomde. Maar met deze beide herkenningspunten kon hij officieel de bediende van de lijkschouwer bevestigen dat dit onmiskenbaar de stoffelijke overschotten van Suzy Chang waren. Vreemd dat de herinnering aan het litteken Stephen op dit moment, daar ter plaatse in de nabijheid van haar levensloze lichaam door het hoofd schoot. Het litteken was het gevolg van een klein ongelukje met een gebroken glas. Het proberen redden wat toch al verloren was! Was dit het opschrift dat hij op haar graf zou moeten laten etsen?

Zijn halfzus lag naakt, in stukken bij elkaar gepast, als een macabere puzzel op het metalen uitschuifluik van een van de gekoelde bewaarkasten van het stedelijk mortuarium van Sanctuary, de nieuwe zusterstad van Tokio en hoofdstad van de Nieuwe Wereld. Hij wist niet meer wat zeggen, kon zich op dat moment nauwelijks beheersen. Zijn ogen schoten vol en hij slikte moeilijk om de kreet die uit zijn binnenste uitweg zocht te smoren. Zijn hand legde hij onwerktuiglijk als reactie over zijn mond en stond zo een tijd in dezelfde houding. Een zenuwachtige stille stem rukte hem uit zijn verstarring.

Loading full article...
Comment are disabled, you can read them if you buy this post