De Ierse zangeres Sinéad O’Connor is op 56-jarige leeftijd overleden. In haar gloriedagen boeide O’Connor grote zalen met slechts haar stemgeluid, wiens nalatenschap met hits als "Nothing Compares 2 U" gecompliceerd werd door haar uitgesproken toewijding aan verschillende sociale kwesties en een reeks geestelijke gezondheidsproblemen, is overleden.

Haar muziek was een diepgevoelde roep om liefde en een beetje warmte in haar bestaan. Sinéad O’Connor maakte haar jeugdtrauma’s, haar oorlogsprotest en kritiek op religie tot onderwerp van het feministische kunstwerk dat haar getroebleerde leven was. Haar grootste hit ‘Nothing Compares 2U’ werd haar aangereikt door Prince. Niemand kon het liefdesverdriet van de woorden „nothing can stop these lonely tears from falling” zo diep doorleefd zingen als Sinéad. In de videoclip huilde ze echte tranen.

Sinéad Marie Bernadette O’Connor werd op 8 december 1966 geboren in een buitenwijk van Dublin. Haar moeder mishandelde haar, liet ze later doorschemeren in de songs ‘Troy’ en ‘Fire On Babylon’. Door spijbelen en winkeldiefstal kwam ze op vijftienjarige leeftijd in een heropvoedingsgesticht waar ze anderhalf jaar moest blijven. Ze ontwikkelde er haar zangtalent en werd ontdekt door de drummer van In Tua Nua die haar Barbra Streisands ‘Evergreen’ hoorde zingen. Na korte tijd in de band Ton-Ton Macoute kreeg O’Connor een solocontract.

Haar debuutalbum The Lion And The Cobra (1987) werd met laaiende kritieken ontvangen en leverde haar de eerste gouden platen op. Haar zangtalent werd alom geprezen en de single ‘Mandinka’ toonde haar vermogen om drama en Ierse soul in een popsong te vangen.

Ze spuugde de kijkers het woord ‘kindermisbruik’ in de bek ver voor de katholieke kerk tot het Vaticaan aan toe excuses moest maken voor het grootschalige misbruik van kinderen, vrouwen, ménsen. De documentaire Sinéad O’Connor - Nothing Compares, zet met terugwerkende kracht heel wat van haar gekte in perspectief.Een terecht furieuze vrouw, weggezet als gekkie.

Loading full article...