Sint Maarten - dag 48

Een goede vriendin van Saskia heeft een uitstulping van de tussenwervelschijf. Haar familie heeft daarom besloten dat ter verzachting van de pijn een verblijf in een tropische omgeving geen overbodige luxe zou zijn en hebben voor dit doel ons eiland uitgekozen. Natuurlijk maak je dan van de gelegenheid gebruik ook een ziekenbezoekje af te leggen en zo van de nood een deugd te maken. Temeer omdat in de handbagage van deze patiënte ruimschoots plek is om allerhande hier niet of in mindere mate verkrijgbaar kleinood mee te laten smokkelen. Ik ben op mijn beurt blij verheugd dat zij 'De Grote Kleyn' van Onno Kleyn mee had weten te torsen zonder dat daarbij extra zenuwen bekneld bleken te zijn geraakt. Een andere vriendin heeft ASPS maar daar maak ik liever geen woorden aan vuil.
Toen ik meldde aan de schrijver dat ik nieuwsgierig was naar zijn opmerking over de eetbaarheid van jonge papajabladeren nadat hij eerder had geretweet dat dit exemplaar (zie foto hiernaast) waarschijnlijk het enige op Sint Maarten zou zijn, stond hij me met raad en daad bij. Een voortreffelijk staaltje vriendendienst.
Ik was nog maar net halverwege de aardappel toen ik werd opgepiept door Saskia die een duivelse dagbesteding voor me had bedacht. Zij was haar paspoort vergeten en ik mocht het langs komen brengen. De afstand is ironisch genoeg niet om over naar huis te schrijven maar de temperatuur in combinatie met het hellingspercentage van de berg, beide dertig, maakten het een zwetenswaardigheid die zijn weerga niet kent. De lokale snoeiploeg die in het kader van beperkt bermtoerisme de kantjes ervan afliep, keek mij op en neer leedvermakelijk aan. Terug bij mijn boek bedacht de buurman dat hij zijn rubberboot in de pick-up wilde laden en moest ik eerst dat hoofdstuk afhandelen voordat ik mijn volgende kon aanvangen. Intussen wel wat huisgehouden, niet in de laatste plaats om binnenshuis wat verkoeling te kunnen vinden.