De meeste mensen kennen het wel: midden in de nacht wakker liggen met stress en gepieker tot gevolg. Toch is dit wat al eeuwenlang bij een normaal menselijk slaapritme hoort. In de Middeleeuwen sliep je bijvoorbeeld niet één, maar twee keer gedurende in één nacht.

Sommige mensen slapen acht uur per nacht, anderen hebben genoeg aan slechts vier uur slaap/ De meeste mensen hebben echter behoefte aam een onafgebroken nachtrust om de volgende dag weer helemaal fit aan de slag te kunnen gaan. ’s Nachts wakker worden levert dan ook vaak stress op. Je kijkt regelmatig op de klok en bedenkt hoeveel tijd je nog zou kunnen slapen. Deze vorm van paniek is echter een vrij nieuw fenomeen, want volgens diverse geschiedkundigen was het tot in de negentiende eeuw de normaalste zaak van de wereld om ’s nachts wakker te worden en zelfs op te staan om enige tijd later weer opnieuw te gaan slapen.

Eeuwen was de nacht verdeeld in twee slapen. De eerste slaap duurde ongeveer drie tot vier uur en daarna ontwaakte je rond middernacht voor een paar uur. Vervolgens viel je weer in slaap tot de ochtend. De vermoedelijke reden voor dit slaappatroon ligt waarschijnlijk in de duur van een gemiddelde Europese winternacht (ongeveer twaalf tot veertien uur) en de meeste mensen hebben nu eenmaal niet zo veel slaap nodig. Moderne experimenten hebben aangetoond dat mensen die veertien uur in het donker verblijven circa twee keer slapen. Tijdens deze slapen zijn momenten die er wordt gesluimerd en zelfs wakker wordt tussen de eerste en de tweede slaap in. In een tijd waarin kaarslicht alleen aan de rijke mensen was voorbehouden (en een haardvuur onvoldoende licht gaf), zat er voor de meeste mensen dan ook niet veel meer op dan een lange nacht in bed te liggen en te slapen.

Loading full article...