Sonnetten: 28. Bespaar me de pijn
Verwachten dat duurt immers zo lang
ik zie het nog niet aan te komen
het is de natte kus op mijn wang
van morgen, de herfst in de bomen
het smachten, het gloren in de dauw
de man van wat later in het kind
verder te zien dan nu en het lauw
voor het warmen, de storm voor de wind