Volgens de Van Dale: son·´net (het ~)
Lyrisch gedicht van 14 vijfvoetige, meestal jambische regels, nl. twee strofen van 4 regels door 2 rijmen verbonden, de kwatrijnen, en twee strofen van 3 regels die uit tweemaal 3 rijmen of driemaal 2 rijmen bestaan, de terzetten

Petrarca schreef veel gedichten van 14 regels. Deze sonnetten (Nederlands: klankdichten) bestonden uit 2 strofes van 4 regels (twee kwatrijnen) en twee strofes van 3 regels (twee terzinen/terzetten). De twee kwatrijnen tezamen heten: octaaf, en de twee terzetten: sextet.

 Wat verder kenmerkend is voor het sonnet, is dat (vaak) tussen het octaaf en het sextet een wending of chute voorkomt. Dit betekent dat er in de inhoud, de boodschap, van het gedicht een omslag is. Tussen 2x4 en 2x3 is immers een scheiding, dus de vorm van het gedicht heeft gevolgen voor de inhoud. Als een gedicht aan deze regels voldoet, dan spreekt men van een Petrarkisch - of Italiaans sonnet.

Het meest geschreven sonnet is meteen ook de oudste vorm: het Petrarca-sonnet. Het rijmschema is: abba abba cdc dcd  in vijfvoetige jamben.

Loading full article...