Sterfgeval H5N2 - vogelgriep zorgwekkend
Onbekend hoe slachtoffer besmet raakte. Een Mexicaanse man is overleden aan de vogelgriepstam H5N2. Het is volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO de eerste keer dat een mens aan H5N2 is overleden. Het sterfgeval baart deskundigen zorgen, omdat onbekend is hoe de 59-jarige Mexicaan besmet is geraakt, meldt The Guardian.
Het slachtoffer overleed eind april, nadat hij in het ziekenhuis was opgenomen met koorts, misselijkheid, diarree en kortademigheid. De man, die al verscheidene aandoeningen had, was niet blootgesteld aan pluimvee of andere dieren. A(H5N2)-virussen zijn in Mexico verscheidene malen vastgesteld bij pluimvee, volgens de WHO. Deskundigen zijn gespitst op mutaties van het virus die er op kunnen wijzen dat het makkelijker van mens op mens kan overspringen.
In de Verenigde Staten bestaan er zorgen over een andere vogelgriepstam: H5N1. Dat virus springt geregeld over van koeien op mensen. De Amerikaanse patiënten zijn tot nu toe zonder uitzonderingen mensen die met koeien werken. Recent vertoonde een patiënt in de staat Michigan symptomen die verspreiding van mens op mens waarschijnlijker maken: hij had last van acute luchtwegaandoeningen.
Andere vogelgriepvarianten hebben de afgelopen jaren verscheidene slachtoffers geëist. Zo overleden er in China in 2021 achttien mensen bij een uitbraak van H5N6.
Een team wetenschappers zag op Antarctica de ‘hartverscheurende’ sterfte door het vogelgriepvirus
De sterfte door vogelgriep op Antarctica is gigantisch, bleek tijdens een expeditie in maart. „Het is hartverscheurend”, zegt Lineke Begeman van het Erasmus MC, die mee was.
Het was eind maart, het begin van de herfst, het einde van het Antarctische broedseizoen. Het weer begon al om te slaan. Door de onstuimige golven ploegde het elegante, maar krachtige motorzeiljacht Australis. Het rondde dapper de uiterste punt van het Antarctisch Schiereiland – het equivalent van Kaap Hoorn, maar dan aan de andere kant van de Drake Passage. Aan boord bevond zich, naast de driekoppige bemanning, een groepje van acht biologen, virologen en dierenartsen. Ze kwamen uit Australië, Duitsland, Spanje, Argentinië en Nederland. Aan boord stond de nieuwste lab-apparatuur. Het team had een grimmige missie: onderzoeken hoe ver het hoogpathogene vogelgriepvirus zich al heeft verspreid over Antarctica.
Antarctica – het laatste ongerepte continent. Het laatst ontdekte continent, ook. Pas rond 1820 spotten de eerste zeevaarders het Antarctische vasteland, na een eeuwenlange zoektocht naar het illustere Terra Australis. Een continent van enkel stranden, bergen, gletsjers en zeeijs – en dieren, eindeloos veel dieren, in de vele honderden miljoenen. Pinguïns in zeven soorten, plus sterns, meeuwen, albatrossen, stormvogels, roofmeeuwen en aalscholvers. Maar ook zeeolifanten, pelsrobben, zeeluipaarden, zeehonden, orka’s en walvissen. Een continent van ongekende biologische rijkdom.
Maar nu is er dan dat virus, dat al genadeloos veel slachtoffers heeft gemaakt onder pluimvee én wilde dieren wereldwijd, en dat onlangs de sprong naar het zuidpoolcontinent heeft gemaakt. Een virus dat zijn oorsprong heeft in intensieve pluimveehouderij. Een virus waarvoor de mens de juiste omstandigheden heeft gecreëerd, en dat zich vervolgens via wilde trekvogels heeft verspreid over de hele wereld: het zogeheten hoogpathogene vogelgriepvirus van het type H5N1.
Dus nu is er dan, naast vervuiling, overbevissing, verstoring en klimaatopwarming, nóg een menselijke factor die huishoudt onder de kwetsbare zuidpoolsoorten. Een sluipmoordenaar die zijn dodelijke tentakels om het hele continent heen dreigt te leggen. Hoe ver het nu al is, is nog niet bekend.