Er was eens een elfenkoning die 7 dochters had,
Zij woonden allemaal nog thuis en mankeerden ieder wat.
De eerste had een bloemkoolhoofd en je keek door haar heen.
Geen man zag haar dus staan, als zij al eens verscheen.

Nu is dat alles niet echt een mankement,
Voor wie trouwen moet met een trol als vent.
Want een trol heeft sowieso geen manieren,
Dus een elfenvrouw hoeft hem niet te plezieren.

De zesde dochter was een prachtig wezen,
Maar zat iedereen steeds de les te lezen.
En de zevende, dat arme kind, 
liet om de haverklap een wind.

Elke gast zat zich gelukkig vol te stouwen,

Maar wie ging er nu met de dochters trouwen?

Waren dan de kabouters uitverkoren?De koning had alle hoop nu verloren.

Loading full article...