Er was eens een jochie dat Kleinduimpje heette. Zijn ouders hadden een zwik kinderen en waren niet alleen te beroerd om hem een behoorlijke naam te geven, maar dachten ook aan de toekomst. Zonder naam stonden alle mogelijkheden open. Het kereltje groeide niet snel door gebrek aan eten en zoog op zijn duim. Dat bleef hij lang doen, want hij hield niet van de oude bloemkolen en penen die zijn broers op het marktplein vonden en ook niet van de stinkende erwten die een begane buur gaf en waar nog geen vlieg op wilde zitten! Zijn moeder pikte met een pincet de goede er uit en goochelde daar een maaltijd van.

Omdat de tijd van voedselbonnen, sociale hulpverlening, kinderbijslag, kerstpakketten rijkelijk gevuld met walnoten, chocolade en kalkoen en vrijgevigheid tot een ver verleden behoorde, zaten de ouders met een groot probleem. Hoe hard zij ook werkten, elke euro ging op naar de belasting graaier. Zij hadden niets meer, zelfs de afwasborstel was verkocht..Er zat niets anders op dan de kinderen weg te doen. Met pijn in het hart lieten zij  het 12-tal achter in het bos.

Kleinduimpje zoog dan wel op zijn duim, hij was niet achterlijk. Het werd donker en er was storm op komst. Terwijl de anderen liepen te jammeren zocht hij de weg. Hij had van zijn brood bij elke paar stappen een stukje neergelegd. Helaas kon hij niets terug vinden. Vanuit een boom zag hij een licht branden en daar gingen zij heen. Het licht kwam van een reusachtig huis. Via de wasknijperemmer en een fiets, die tegen het huis aan stond, trok de langste aan de bel.
Met een oorverdovend lawaai vloog de deur open. Een gigantische vrouw keek op het 12-tal neer. Bezoek komt ongelegen, zei zij, mijn man, de kannibaal, kan elk moment thuis komen.
Kunt u ons niet verstoppen zodat wij kunnen schuilen en rusten en heeft u misschien wat te eten, smeekte Kleinduimpje.
Vooruit dan maar, zei de vrouw, maar wees stil. Uit veiligheid liet zij de jongens nachtponnen van haar 12 dochtertjes dragen en deed de meisjes hun kleren aan. 


‘s Morgens kwam de kannibaal thuis, schopte zijn laarzen uit en snoof. Ha lekker, mensenvlees, brulde hij. Als een wildeman liep hij zijn neus achterna, de haak die zijn hand verving overal in slaand. 

Kleinduimpje sliep niet maar hield de wacht. Hij had zijn broertjes helpen ontsnappen zodra hij de kannibaal hoorde. Terwijl deze door zijn neus bedrogen zijn dochters aan de haak sloeg, sloop Kleinduimpje de deur uit en stal zijn laarzen.

Loading full article...

Je geeft er weer een mooie draai aan, leuk gedaan! 
Jaa mijn duim werkt lekker mee
Weer leuk en creatief geschreven, mooi!
Dank u... bijna jarig he 
Onweer krijgt zo een heel andere betekenis! Knap gedaan weer.
Ja zo werkt dat... sprookjes beïnvloeden de ndning en gedachten... 
Het blijft een stoer mannetje, die Klein Duimpje! Leuk sprookje om te lezen, vooral ook omdat je het origineel kent.
Stoer mannetje? Hij lag niet echt wakker vd dood van de onschuldige meisjes, als dank voor de gastvrijheid stal hij ook nog de laarzen mee.
Waarom trouw je en neem je kinderen met een kannibaal. Wat een huwelijk moet dat zijn.
Ook kannibalen krijgen kinderen.
Volgens mij heb jij je Niche gevonden...
Dat zou zo maar kunnen. Ik ben altijd al dol geweest op verhalen(vertellers). Misschien moet ik mijn eigen sprookjes maar (laten) inspreken als luistersprookje.
Ook deze is leuk en verrassend anders!
Ik had altijd al medelijden met de reuzin... blijkbaar telt een mensenkind meer ...
een kannibaal hoe kom je daar nu weer op!! 
Wie mensenvlees eet is kannibaal toch?
Ik heb je sprookjes gebundeld en een voorwoord geschreven, als dit niet in de smaak valt zullen we elkaar met walnoten moeten bekogelen of omfietsen als we elkaar dreigen tegen te komen.
https://yoo.rs/carinaschoorl/blog/sprookjes-van-walnoot-tot-knijper-1530363932.html?Ysid=88522
Ik zag het. Zoals eerder gezegd: we kunnen elkaar tegemoet fietsen. De walnoten (en bloemkolen, Elisabeth heeft veel recepten) lekker oppeuzelen (de bundel vullen we aan met tips: veelzijdig inzetten van walnoten, bloemkolen en wasknijpers). Heel erg bedankt!
More replies (1)
En alweer is jouw versie van het sprookje interessanter dan die van Perrault.
Het is onvoorstelbaar hoe saai veel sprookjes zijn maar ook hoe slecht (voorleesbaar) zij geschreven zijn. Er klopt ook vaak heel veel niet. Gewoon ergerlijk.
Je bent goed op dreef, prachtig 
Ik ga nog wel wat meer schrijven.