Toevallig regende het.
We waren allang niet meer naar het buitenland geweest, ik keek er naar uit, was die fietsvakanties wel beu. Geen vliegreisje, in onze portemonnee zat letterlijk geen enkele euro. Nou was dat ook weer niet zo verwonderlijk in het guldentijdperk. Maar serieus, echt rijk waren we niet. We keerden ieder dubbeltje om voordat we het uitgaven. Ik met mijn vingers, mijn man (in verband met zijn enorme smetvrees) door middel van zijn pincet.
'Hans,' zei ik tegen mijn man, 'we gaan niet moeilijk doen, geen geklaag, anders blijf ik net zo lief thuis.'
'Goed. Maar je snapt toch wel dat ik enkele voorwaarden heb? Ik moet wel van een schoon bestek gebruik kunnen maken, en echt schoon wordt het pas, wanneer ik mijn eigen afwasborstel gebruik.'
'Uitstekend.'
Smetvrees lijkt me verschrikkelijk lastig! Ook om als partner mee om te gaan.
Tijdens het lezen schoot me te binnen dat ik als kind op de camping, waar mijn grootouders een vakantiehuisje hadden, mijzelf eens voorstelde aan een ander kind. We bleken allebei Ingrid Jacobs te heten.