De laatste nacht in Sydney heb ik geen oog dicht gedaan. Niet alleen vanwege de talrijke muggen die rond mijn oren zoemden, maar ook - en vooral - door een innerlijke kwelling. Mijn gedachten dwaalden onophoudelijk naar Marianne. Het laatste, weerzinwekkende beeld dat ik van haar bewaar, staat op mijn netvlies gebrand, terwijl haar laatste kreet door mijn hoofd blijft galmen. Het teistert me. Ik vraag me af of ik correct heb gehandeld. Was ik niet te harteloos en onverbiddelijk? Haar verdriet leek zo oprecht. Maar waarom is ze dan zo hardnekkig tegen me blijven liegen? Ik breek er me het hoofd over. Dat deed ik tijdens de vlucht naar huis, en dat doe ik ook nu. Ik slaag er niet in dat duivelse motortje in mijn hoofd af te zetten. Was ze bang om me de waarheid te vertellen? Zo ja, waarom? Omdat ze bang was me te verliezen? Er bestaat een reële kans dat die Davy Matthews op het slechtst denkbare moment ten tonele verscheen. Misschien wilde ze die eikel helemaal niet zien. Misschien was het daarom dat ze die wegwuifgebaren maakte. Om van hem af te zijn voor ik buitenkwam. Omdat ze vreesde dat ik me dingen in het hoofd zou halen. Wat ik ook heb gedaan. Ik kan me wel voor het hoofd slaan. Haar woorden, dat ik vanuit een impuls reageerde; dat ik mezelf de tijd moest geven om alles te laten bezinken; dat ik over enkele dagen de dingen beslist weer in het juiste perspectief zou zien… het zouden wel eens profetische woorden kunnen zijn. Het fenomeen lijkt zich te voltrekken. Ik betreur mijn beslissing om er overhaast vandoor te gaan. Ik had mezelf de tijd moeten geven om rustig na te denken. Als ik haar door mijn onverzettelijkheid tot een wanhoopsdaad heb gedreven, vergeef ik het mezelf nooit!


Mijn tocht door het luchthavengebouw lijkt eindeloos. Ik krijg het onbehaaglijke gevoel dat men de hele wereld heeft overdekt. Dan moet ik weer een gang links in, dan weer een roltrap op, daarna eentje naar beneden, gangetje rechts, gangetje links, weer een verdieping hoger… En de hele tijd loopt een stroom zombies met me mee. Allemaal mensen met de blik op oneindig, net als ik op zoek naar de uitgang van dit immense gebouw.


Loading full article...