Uit de Oude doos - Ballade van de bedevaarder
Van honderd kerken en kapellen
kent hij de volkse bedevaart.
Voor alle kwalen die ons kwellen
houdt hij het "goed adres" bewaard.
Bij kaarsen en bij offerblokken,
bij schapulier en medaljon,
bij 't luiden van gebarsten klokken
noemt hij het volksgeloof: de Zon!
Oostakker - Lourdes, Scherpenheuvel,
geen bedevaart wordt hij ooit moe!
Bij bidden of bij dof gekeuvel
trekt hij er elke mei naar toe...
Daarnaast voelt hij zich vroom geroepen
naar Ertvelde's genadeoord
waar 't beeld van "Ons Lievrouw ter Stoepen"
steeds bij de volksdevotie hoort.
Te Kalfort - Puurs bij kaarsgeflonker,
knielt hij voor "Ons Lievrouw ten troon"
Te Bornem in een krocht, te donker,
kijkt hem Gods Moeder teder aan.
Maar naast de zachte Hemelmoeder
waarheen hij biddend bedevaart
eert hij ook menige Behoeder
waarvan hij trouw de lijst bewaart.
Sint Bavo en zijn forse vrienden
bezocht hij in hun veldkapel
Bij hen blijft hij vertroosting vinden
al zittend enk'len in de knel!
Maar ook waar Rome durft beweren
dat zij niet eens hebben bestaan,
wenst hij hun rij niet af te zweren
maar steekt voor hen zijn kaarsen aan!
Vast zweert hij bij vervlogen eeuwen
en bedevaart hij Vlaanderen af...
De ketters laat hij rustig schreeuwen.
Het koren scheidt hij van het kaf!
Alleen moest hij...moderniseren
waar hij te voet door Vlaanderen trok
en dag en nacht wist te marsjeren
met in de vuist zijn wandelstok...
Een pelgrim werd hij met een brommer
Niet langer ging het nog te voet.
Sinds rijdt hij rustig, zonder kommer,
naar 't stralen van het Heilig Bloed.
En zie! Te Hoogstraten en Brugge
wordt hij door duizenden verrast.
Te Veurne, bij gekromde ruggen,
wordt hem het kruis een zoete last.
Zo blijft hij onverstoord geloven
en bedevaart jaar in jaar uit.
Standvastig zweert hij bij Hierboven
en rukt de kleinste twijfel uit.
Gelukkig die kan pelgrimmeren
als hij, en blij zijn weg kan gaan
en vroom, hardnekkig blijft beweren
dat Wonderen nog steeds bestaan.
aldus 't Manneke uit de Peel
Rudi J.P. Lejaeghere