Het gaat goed met Arnold. Voor mensen die niet weten wie Arnold is: Arnold is een Phidippus Regius, oftewel een Zuid-Amerikaanse springspin. Sinds enkele maanden woont hij bij mij op de piano, en zijn huis is een tupperware bakje. Hij is namelijk in spinnenjaren nog maar 2 jaar, dus voor een Insectarium nog iets te klein. Hij groeit goed, hij heeft nu ongeveer de maat van een 20 eurocent munt, maar wordt als het goed is de maat van een 2 euromunt. Een flinke jongen dus.

Sinds ik een spin als huisdier heb, voel ik meer sympathie voor spinnen in het algemeen. Nou heb ik ze liever buiten dan binnen – behalve Arnold dan – en ik merk dan ook veel vaker spinnen op. Zo ontdekte ik in mijn woonwijk een hele kolonie bonte trechterspinnen in de gemeenteheggen, die alle voetpaden netjes scheiden van de weg. 
De gemeente waar ik woon is rijk, dus zijn alle plantsoenen van hoogstaande kwaliteit en worden goed onderhouden.

Te goed. Nadat ik meerdere expedities had ondernomen, om de geniale nestbouw van ‘de bonte trechterspin’ te bewonderen en te fotograferen, hoorde ik van de week het zeurende geluid van elektronische heggenscharen. 
Je kent dat wel, het duurt vaak de hele dag, en als je naar buiten gaat dan is je hele woonwijk – qua begroeiing – opeens geknipt en geschoren. Zo ook de heggen waar die hele kolonie Trechterspinnen in huisde. Eigenlijk was het gewoon een massamoord, want alle kunstig gebouwde ‘spinnennesten’ waren met de heggenschaar vernietigd, en met pijn in mijn hart zag ik voor me hoe alle spinnen totaal berooid van huis en haard, in wilde paniek – enkelen misschien wel doorkliefd – renden voor hun leven. Misdadig.

Zo ben ik het dus helemaal niet eens met het snoei- en maaibeleid in Nederland. Onze enorme hang naar orde en ‘netheid’ veroorzaakt onnodige uitgaven van belastinggeld (geef het liever aan de thuiszorg, ouderenzorg, jongerenzorg…) 
Er is namelijk een enorme afname van insecten in Nederland, en volgens een artikel in Trouw komt dat door milieuverontreiniging en bestrijdingsmiddelen. Ik durf te beweren dat de terugloop óók veroorzaakt wordt door het snoeibeleid in Nederland.
Bermen, struiken, heggen, worden continue in het keurslijf gedwongen, en iedereen in Nederland doet daaraan mee. Grasvelden worden elke maand gemaaid, rietkragen worden na het broedseizoen verwijderd. 
De tuin van een gemiddelde Nederlander doet niet onder voor een crematiecentrum. Stemmig grijs steen, de natuur wordt in toom gehouden door potten, het veelvuldig gebruik van de hogedrukreiniger, en eventuele wildgroei wordt angstvallig tegengegaan.

Nou leven de meeste insecten juist in wildgroei, rietkragen, en uitschietende heggen. Die ‘keurigheid’ van de gemiddelde Nederlander is voor mij een reden om nog altijd de wens te hebben ergens in de wildernis te gaan wonen. Wij veroorzaken namelijk met z’n allen – door onze hang naar veiligheid en orde – onze eigen problemen.

Loading full article...