Gisteravond is mijn oma overleden. Superoma noemden de (achter)kleinkinderen haar altijd. Ze is 99 jaar geworden.
Ik herinner haar als een vrolijke vlinder vol liefde. Pure liefde.

Daarom speciaal voor mijn oma een verhaal uit mijn verhalenbundel "Mijn oma kan alles!" die ik een paar jaar geleden voor haar schreef.


Twee vrolijke vlinders

Vandaag gaan we naar een vlindertuin. Ik hou zo veel van vlinders dat ik soms wel eens een vlinder zou willen zijn. Met mooie gekleurde vleugels vliegen en fladderen van bloem naar bloem. Daar kan ik heerlijk bij wegdromen. Ik vind ze zo mooi en daarom verandert oma speciaal voor mij in een vlinderopvang.
Heel stil zit ze op een bankje met haar handpalmen naar de hemel geheven. Vlinders in alle kleuren van de regenboog fladderen naar haar toe. Ze strijken neer op haar handen en op haar hoofd. Op haar schouders en haar benen. Ze komen overal zitten. Van haar vingers tot haar tenen.
Het heeft vast een beetje te maken met de mooie bloemetjesjurk die ze aan heeft.
Langzaam verdwijnt ze in een wolk van honderden vleugels. Ademloos kijk ik naar een reusachtige vlinderoma die zo de lucht in vliegt.
‘Oma, hoe word ik ook een vlinder?’ vraag ik.
‘Je moet denken als een vlinder,’ zegt ze.
Ik ga op mijn hurken zitten en denk heel diep na. Hoe denkt een vlinder? Een vlinder is vrij dus ik laat mijn gedachten los. Met mijn ogen dicht laat ik mijn gedachten fladderen, vrij en licht op een denkbeeldige wind.

Als ik mijn ogen weer open, zie ik een prachtige oranje monarchvlinder voor me zitten. Heel stil en met open vleugels. Ik open mij ook. Ik denk mij open. De vlinder is ontspannen. Dat zie ik. Dat voel ik. En wanneer er een lichte trilling door de vleugels gaat, voel ik het in mijn buik. Ik heb een vlinder in mijn buik. Misschien wel meer dan één. Twee of drie. Ik durf gerust te denken dat er wel tien vlinders in mijn buik zitten. Ze kriebelen en krabbelen, giechelen en babbelen. Ik word er heel vrolijk van.
Nu denk ik niet meer. Nu ben ik een vlinder en fladder ik mijn eigen vlucht.
Samen met oma vlinderfladder ik langs alle bloemen. Ik vlieg zo hoog ik kan en krabbel met mijn vleugeltoppen mooie tekeningen in de lucht. Dan strijk ik weer neer op een vlinderstruik. De zon warmt mijn vleugels op. Af en toe zuig ik nectar op uit de bloem. Ik voel mij energiek. En kwiek. Net als superoma!

superoma
superoma
Loading full article...