Waarom tikken we met onze voeten op de grond bij het horen van muziek?
Eerdere studies hebben aangetoond dat mensen de neiging hebben om affiniteiten waar te nemen tussen geluid en lichaamsbeweging wanneer ze muziek ervaren. De zogenaamde 'motortheorie van perceptie' beweert dat deze gelijkheidsrelaties diep geworteld zitten in menselijke cognitie. Volgens de theorie moeten we, om iets te kunnen waarnemen, actief de beweging simuleren die hoort bij de zintuiglijke indrukken die we proberen te verwerken. Dus, als we naar muziek luisteren, hebben we de neiging om de lichaamsbewegingen die volgens ons zijn ingebouwd in het produceren van het geluid mentaal te simuleren. Onze ervaring met een geluid brengt dus een mentaal beeld met zich mee van een lichaamsbeweging.
Professor Godøy:
"Muziekgerelateerde beweging, laat een spoor achter in onze gedachten en kan worden gezien als een soort vormrepresentatie, die nauw verbonden is met onze ervaring van de meest opvallende kenmerken van muzikaal geluid. Basisbegrip is dat beelden van geluid producerende en andere geluidgerelateerde bewegingen actief worden herschreven in luister- en in muzikale beeldspraak. Vandaar het idee dat motortheorie de basis kan zijn voor de overeenkomsten tussen geluid en lichaamsbeweging wanneer we muziek ervaren."
