Volgens de Donald Duck lopen sprookjes altijd goed af, is er altijd sprake van goed en kwaad en is er geen boodschap. Wie dit geschreven heeft weet ik niet, maar dat is beslist niet waar. 

Er doen wereldwijd heel veel verhalen (sprookjes) de ronde. Velen lijken op elkaar wat verhaallijn en boodschap betreft. Er zijn sprookjes waarvan meer dan 300 verschillende versies bestaan en zij zijn allemaal van voor onze tijd.


Er zijn wel degelijk sprookjes (het gesproken woord dus het verhaal) met een slechte afloop. Al zijn zij door de jaren heen steeds meer aangepast o.a. door Donald Duck en Walt Disney.
Een aantal voorbeelden van sprookjes met een slechte afloop:
1. Roodkapje: zij wordt opgegeten door de wolf net als oma.
De les: niet elke vreemde vertrouwen.
2. De wolf en de 7 geitjes: opgegeten.
De les: niet alles geloven wat je hoort of ziet.
3. De kleine zeemeermin: zij sterft, de prins kiest voor een ander.
De les: blind alles opofferen/zelfkastijding voor een wildvreemde slaat kant nog wal. Liefde moet toch echt van 2 kanten komen.
4. Vrouw Holle: De luie dochter wordt bestrafd.
De les: wie niet werkt wordt niet beloond en zelfs publiekelijk aan de schandpaal genageld.
5. Wensen (3 wensen, tovervisje, enz): dit loopt zelden goed af. Ondanks de kansen/mogelijkheden is men uiteindelijk terug bij af.
De les: nadenken voordat je iets wenst en het is beter niets te wensen als je de gevolgen ervan niet kunt overzien.
6. Het meisje met de zwavelstokjes: Sterft op straat van de kou.
De les: Neem het heft in eigen hand, beleefd op je beurt wachten helpt niet/van je naasten en god hoef je niets te verwachten

Een andere categorie sprookjes zijn de sprookjes waarbij de slechte daden (diefstal, oplichting en zelfs moord) worden goedgepraat puur omdat de hoofdrolspeler arm is!
De les is blijkbaar: Ben je arm en steel en moord je dan ben je een held of slim.
Blijkbaar is de invloed van de kerk hier niet aanwezig, want zelfs god, de duivel en de dood worden getard.
1. Hans en Grietje: vernielzucht, diefstal en moord.
2. Kleinduimpje: manipuleren, diefstal
3. Sjaak en de bonenstaak: manipuleren, liegen, diefstal, moord
4. Repelsteeltje: manipuleren, vals spelen, weigeren te betalen, belofte verbreken.
5. Het dappere kleermakertje: manipuleren, liegen, bedriegen, dom geluk.

Het doel van een fabel is ook dat je er iets van leert. Hier spelen dieren de hoofdrol (makkelijk als je geen namen van bekenden durft te noemen).
1. De krekel en de mier(en).
De les: wie niet werkt en alleen feest viert heeft niets en hoeft niet op hulp te rekenen.
2. De vos en de bok.
De les: eerst (vooruit) denken, dan doen.
3  De wolf en de ezel.
De les: iemand/je vijand niet wijzer maken dan hij is.
4. De kikker en de os.
De les: je niet groter/mooier voor doen dan je bent.
5. De Leeuw en de vos.
De les: Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Een (voor mij) een van de allerbeste en mooiste is: Reynaert de Vos (de vos doet het goed in fabels). Jammer dat bijna geen mens dit schitterende, leerzame en nog steeds actuele verhaal kent.

Schrijf je eigen sprookje/verhaaltje eens. Het is minder moeilijk dan je denkt. Dit kan in een maximum aan woorden, binnen een bepaalde tijd, met hulp van steekwoorden en met of zonder (wijze) raad/les.

Loading full article...