Oppassen: Het huis van de buren - hanglippen
Mijn oma kon er vol afschuw over vertellen, de hanglippen van de hond van haar schoondochter. Een Sint-Bernhard die al harend, lomp en onhandig, zich tussen de meubels door wrong. Af en toe de kop omdraaide waarbij de slijmslierten alle kanten opvlogen.
Alle kanten betrof o.a. het meubilair, de salontafel waarop de koffie stond met het gebak dat mijn oma meebracht en mijn oma zelf. Ook ik heb deze hond mogen ervaren en nee mijn ras is het niet. Hanglippen zijn niet mijn ding.
Ik mag dan niet dol op hanglippen zijn, de hanglippen zijn dat duidelijk wel op mij. Zodra ik bij de buren ben word ik blij onder de voet gelopen door 3 kolossen van Newfoundlanders. De grond trilt er van. Ik heb ze nog nooit gevoerd dus hun liefde voor mij vindt alvast niet plaats via de maag.
Gezellig proppen zij zich mee door de deur naar binnen en dringen zich op. Zielig kijkend en mij aan kwijlend. Er gaan daar heel wat handdoeken door op een dag, want wie kwijlt moet zijn bek wassen. Als ik er ben wordt er lustig op los gekwijld en dit is duidelijk aan mijn kleding te zien en ook hun hoop wasgoed neemt dan in rap tempo toe.
Gelukkig had ik tot nu toe geen kwijl in mijn koffie of op mijn gebak en hoef ik alleen maar veel hondenhaar uit mijn koffiebeker te vissen en zit mijn kleding onder het haar. Haar dat ik overal in mijn huis en ook wel mijn eten terug vind.
Omdat ik niet veel kleding heb is deze extra vervuiling ongewenst. Gelukkig had de buurvrouw een zak kleding gekregen die zij niet past. Het blijken allemaal broeken te zijn. Met name spijkerbroeken. Ik heb ze dankbaar aangepakt en zie wel of ik iets pas. Van de rest maak ik dan wel iets anders.
Ik kan nu in ieder geval mijn kleding vaker uitwassen. Dit heb ik vanmorgen gedaan. Wél zonder andere was er bij in. Nu draag ik een spijkerbroek met dunne pijpen. Hij zakt af, maar dat is een goede reden om rustig te blijven zitten.