Stories: Olifant in porseleinkast - 3 (spreekwoorden verhaal)
Een vervolg op: Olifant in de porseleinkast.
FrutselenindeMarge schreef deel 1 en Els Vergaerde schreef deel 2
Slapende honden kun je beter niet wakker maken, bromde een bromvlieg, waaraan duidelijk een steekje los zat, in mijn oor. Wat een knorrepot en zeikstuiver. Ik zag hem liever gaan dan komen en deelde een paar rake klappen uit, gaf hem lik op stuk! Hou op, schei uit, trompetterde ik in het rond, iedereen weet toch dat blaffende honden niet bijten! Ik zette het op een lopen, sprong een gat in de lucht, liet mijn poten eens flink wapperen en vloog er als een speer vandoor. Ik stuiterde van de hak (welke sloddervos haalt het in zijn hoofd dat ding hier rond te laten slingeren?) op de tak en tastte, als een verloren schaap, in het donker.
Het is waar, elke gek heeft zijn gebrek, geen gebrek is pas gek, maar mijn hoofd tolde en ik voelde mij zo gek als een giraf zonder nek, zo steil voorover, plat op mijn bek. Ik lag voor pampus. Het duizelde mij, was ik mijn verstand verloren? Ik slikte de brok en kikker uit mijn keel en kon mijn ogen niet geloven. Krijg nou het rambam. Ik lag uitgeteld, helemaal doorgedraaid onderaan een trap. Er gingen duidelijk niet meer wegen naar Rome.
De trap leek een eindeloze lengte te hebben. Ik had geen keuze en ik begon te lopen. Aan het einde van de trap zou er wel een belletje gaan rinkelen of een lampje gaan branden. Ik kon geen hand voor de ogen zien, wilde alleen terug de kast én mijn warme nest in. Hijgend als een paard klom ik verder, eigen haard is zweet waard... en ik zweette als een otter. Was ik mijn verstand aan het verliezen, want ik hoorde, helaas pindakaas, die zeikstuiver weer die bromde: Eenmaal een eend, eens een eend, wie A zegt kan ook nee zeggen.
Ik zal het maar recht voor zijn raap, klip en klaar zeggen, al moet ik het van de daken schreeuwen: Ik laat mij niet gek maken! Zeker niet door zo’n strontvlieg, een nieuwe poll kan ik zo planten, er is altijd een baas boven baas en dus ik ga verder tot het gaatje.
Yes, het einde is in zicht. Er is licht aan het eind van de tunnel! Met ingehouden adem kruip ik door het gat, wring mij in allerlei bochten en sla een zucht van verlichting. Ze kunnen hoog en laag springen, maar ik blijf mooi zitten waar ik zit. Al zijn de poppen aan het dansen, geen hond die mij hier weg krijgt.
Zo’n porseleinkast is zo gek nog niet, ik wring mij in allerlei bochten, slaak een zucht van verlichting en duik mijn nest in. Ik zit als een spin in het web. Ik mag dan een koekoeksjong zijn, maar zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens en eigen haard is goud waard. Eindelijk kan ik op mijn lauweren rusten. De porseleinkast gaat pas tegen de Kerstdagen weer open, tot die tijd is een Toffifee ook een fee en... wie dan leeft, wie dan zorgt.

Afbeelding: pixabay.com