#wandelen#pelgrimeren

Hoofdstuk 16

De hele nacht, nou ja alleen de periodes dat ik wakker ben, hoor ik de regen kletteren tegen de ruiten. Wat nu valt, valt morgen niet denk ik maar dat is toch een gezegde dat niet altijd klopt. Het is ochtend en het plenst volop. Ik moet er toch doorheen, ook dat hoort bij de pelgrimage. Ik heb alleen een kort regenjasje en regenbroek bij me. Het is vandaag 20 km naar Granda de Salime. Het eerste stuk gaat voor een groot deel door een bos en daar is het door de regen één grote modderpoel maar er is een alternatief, langs de weg lopen. Veertien kilometer lopen op asfalt is geen pretje, zeker niet voor mijn voeten die lopen liever onverhard maar alleen maar modder is het ook niet echt. Kiezen uit twee vervelende dingen. Ik kies voor bikkelen over het asfalt. Het is bar koud en het blijft regenen. Het zou onderweg een prachtig uitzicht moeten zijn maar ik zie niets dan grijs en door de regen mistig. Ik tel de bordjes onderweg. Iedere 100 meter een en na 10 bordjes het km bordje. Ik moet toch wat te doen hebben. Eindelijk na honderdveertig, 100 meterbordjes zie ik de stuwdam en op dat moment belangrijker, het restaurant dat net aan de overkant ligt. Hier mij een beetje opwarmen en een uurtje uitrusten. Het wordt zelfs droog en de zon begint voorzichtig door het wolkendek heen te breken. Lekker achter glas met een spectaculair zicht op het immense stuwmeer.

Met natte schoenen en sokken loop ik nog een stukje naar het eindpunt van vandaag. In de alberque stinkt het naar natte kleding maar na een tijdje ruik ik dat ook niet meer, ik wen eraan.

Loading full article...