Wandelen is soms echt het beste medicijn
Vorig jaar publiceerde het wetenschappelijke medisch tijdschrift The Lancet een review van de wetenschappelijke literatuur naar het effect van natuur op de gezondheid. Zelfs tien minuten per dag in een bos of park verlaagt meetbaar de bloeddruk, kwam daaruit.
Voorgeschreven tijd in de natuur vermindert stress, depressie, angsten en het vergroot het aantal stappen dat iemand op een dag zet significant. Een ander belangrijk effect is dat het patiënten vaak meer sociale contacten oplevert, omdat mensen vaak samen een wandeling gaan maken. En sociale contacten hebben een meetbaar effect op gezondheid en welzijn.
Een door Stanford geleid onderzoek vindt kwantificeerbaar bewijs dat wandelen in de natuur kan leiden tot een lager risico op depressie.
De aantasting van de natuurlijke omgeving tast uiteindelijk ook de mogelijkheden voor natuurtherapieën aan. Vandaar dat de Wereldgezondheidsorganisatie de laatste jaren grootschalige programma’s heeft opzet voor zogeheten One Health: één multidisciplinaire aanpak voor betere gezondheid voor mens, dier en milieu. Zonder gezonde natuur geen gezonde mens, tenslotte. Dat vergt een veel holistischer blik op maatschappelijke problemen.
Maar, het moet gezegd: één populatie gedijt buitengewoon goed in Veluwezoom. Ja wie anders dan De mens (homo sapiens) begeeft zich meerdere keren per dag in de verboden rustgebieden, zo registreren wildcamera’s uitgerust met infrarood. Ze wandelen of fietsen er rond met verdwaalde blik. Of ze kijken alert uit de ogen en dragen een camouflagepak en een camera met telelens om hun nek. Sportievere exemplaren laten zoveel wikkels van powerbars achter dat de jaszak van de boswachter aan het eind van zijn week uitpuilt. Ze zweten op gravelbikes, mediteren in groepen, pogen wild te spotten voor de zon opkomt. Sommigen doen hun behoefte, weet de boswachter. Het kost hem weinig moeite, spoorzoeken naar een grote menselijke boodschap.