camera's bestaan al lang voor de introductie van fotografie. camera's zijn belangrijk omdat ze helpen bij het vastleggen van momenten en herinneringen die nog generaties lang bewaard kunnen worden. Beelden die door de camera zijn vastgelegd, worden zowel in zachte als harde kopieën opgeslagen. Zo niet voor de uitvinding van camera's, zijn sommige oude en historische plaatsen die worden herkend niet mogelijk geweest.

Geschiedenis van de camera

Camera obscura (uit het Latijn, wat betekent „verduisterde kamer”) is een apparaat in de vorm van een doos of een kamer die het licht door een kleine opening aan de ene kant laat en het aan de andere kant projecteert. In deze eenvoudige variant wordt het beeld dat zich buiten de doos bevindt ondersteboven geprojecteerd. Complexere camera's kunnen spiegels gebruiken om het beeld naar boven en rechts naar boven te projecteren, en ze kunnen ook lenzen hebben. Camera obscura wordt gebruikt als hulpmiddel bij tekenen en entertainment. In de oudheid werd de camera niet gebruikt om beelden te maken, maar gebruikt om optica te bestuderen. Een Arabische natuurkundige Ibn-al-Haytham (zijn naam in het Latijn is Alhazen) schreef in de 11e eeuw boeken over optica, waaronder experimenten met betrekking tot een kleine hoeveelheid licht in een verduisterde kamer, het concept achter camera obscura.

Wie heeft de eerste camera uitgevonden?

De eerste draagbare camera werd ontworpen door Johann Zahn in 1685. Tot ongeveer 130 jaar later werd niet veel vooruitgang geboekt in de ontwikkeling. De meeste pogingen om daartussencamera's te maken waren zinloos. Pas in het jaar 1814 klikte Joseph Nicephore Niepce op de eerste foto. De eer voor de uitvinding van de eerste camera wordt daarom medegedeeld tussen Johann Zahn en Joseph Nicephore Niepce. De foto gemaakt door Nicephore was niet permanent. Het werd gemaakt met een kleine camera die hij zelf maakte en een stuk papier met zilverchloride, Niepce kon een beeld vastleggen. Naarmate zilverchloride donkerder wordt bij blootstelling aan licht, kan het de scène effectief vastleggen. Het enige probleem was echter dat het onmogelijk was om het resterende onbelichte zilverchloride te verwijderen. Dit zorgde er uiteindelijk voor dat het hele beeld zwart werd.

Louis Daguerre krijgt de eer voor het uitvinden van de allereerste praktische fotografie in 1829. Het kostte Daquerre meer dan tien jaar om een effectieve methode voor de fotografie te bedenken. Alle vooruitgang die Daquerre maakte, was in samenwerking met de Nicephore. De eigendomsrechten werden verkocht aan de Franse regering, die op zijn beurt de verantwoordelijkheid op zich nam voor de ontwikkeling van studio's van het daquerreo-type in verschillende delen van het land. Alexander Walcott vond de eerste camera uit die foto's produceerde die niet snel vervagen. Vanaf dit punt waren verschillende mensen betrokken bij de ontwikkeling van de methoden en camera voor beelden van superieure kwaliteit.

#camera #wanneer #uitgevonden

Wanneer werd de eerste camera uitgevonden?