Wat hebben Peyronie en de ziekte van Dupuytren met elkaar te maken
Hoe het begon
Het begon met kluitjes in de handen. De spieren leken wel tot een samenklontering te zijn gekomen. De huisarts verdacht de patiënt van een reumatische aandoening. Vooral ook omdat er nog meer aan de hand was, zoals onverklaarbare spierpijnen en spieruitval.
De reumatoloog stelde een onderzoek in en er werden röntgenfoto's gemaakt. Ook werd er bloed afgenomen voor onderzoek. Het onderzoek wees eigenlijk niet veel afwijkingen uit. In het bloed werd geen afwijkende stof waargenomen en de foto's wezen ook geen duidelijke afwijking aan. De reumatoloog dacht aan fibromyalgie. Vooral omdat de pijnen overeenkwamen met de reumatische pijnen, maar er geen duidelijke aanwijzing op de foto's te zien waren. De pijn was er wel degelijk, maar er was geen aanwijzing te vinden in het bloed of op een andere manier. Fibromyalgie is een weke delen reuma, waarvan het bestaan ervan niet kan worden aangetoond. Dat is voor de patiënten waardeloos, want er is ook geen medicijn tegen.
De knobbels in zijn hand bleken verhardingen van de spieren te zijn, ofwel het bindweefsel wat verkalkte. Daar was, eventueel met een operatieve ingreep wel iets aan te doen, echter niet met een blijvend resultaat. De term "ermee leren leven" was dan hier ook de gebruikelijke die de arts bezigde.
Met een paracetamol moesten de klachten ietwat onder controle gehouden worden.