In Nederland is er al meer dan 50 jaar – sinds 1971 - een Wet op de Ondernemingsraden (de WOR). Elke onderneming met meer dan 50 werknemers is verplicht om een ondernemingsraad te hebben. Het gaat dan om medezeggenschap voor het personeel over verschillende aspecten van de bedrijfsvoering.

In deze Wet worden diverse zaken beschreven rondom het fenomeen OR (ondernemingsraad). Denk bijvoorbeeld aan het instellen van een OR, de samenstelling en werkwijze, het overleg, de rechten en bevoegdheden.

De OR denkt namens het personeel mee met het beleid van de organisatie (de onderneming). Er is zoals gezegd een hele wet gewijd aan dit fenomeen van medezeggenschap, de Wet op de Ondernemingsraden (de WOR).

Inhoudelijk houdt de OR zich bezig met (de uitvoering van) regelingen rondom met name het personeelsbeleid. De OR is daarbij een waardevolle gesprekspartner voor de leiding van de organisatie. In OR verband wordt hij geen directeur genoemd, maar bestuurder.

Volgens de wet zijn er verschillende punten, waarop de directeur - zo noemen wij hem hier maar gewoon - de OR moet raadplegen. Op een aantal punten geldt zogenoemd adviesrecht, waarbij de OR om advies gevraagd moet worden. Op andere punten geldt informatierecht. Daarbij geeft de directeur bepaalde zaken mee aan de OR. Dit is onder meer belangrijk om andere zaken goed te kunnen beoordelen. Daarnaast zijn er ook beleidsbeslissingen, waar de OR mee moet instemmen. Doet de OR dat niet, dan is zo’n besluit formeel niet rechtsgeldig.