Het is verstikkend en houdt verandering tegen. Het kabinet wil de mestcrisis en stikstof problematiek aanpakken met versoepeling van milieunormen en technologische oplossingen. Maar volgens oud-hoogleraar Jan Douwe van der Ploeg is het verdienmodel van de intensieve landbouw ‘failliet’.

„Boeren, dat zijn toch zelfredzame ondernemers? Of zijn ze in dienst van de overheid?”

De wereldberoemde intensieve landbouw in Nederland, die het kabinet-Schoof wil „koesteren”, is volgens Jan Douwe van der Ploeg juist een „drama”. „Het drama is dat we de landbouw na de Tweede Wereldoorlog zijn gaan definiëren in alleen rendement”, zegt Van der Ploeg, emeritus hoogleraar rurale sociologie. „In varkensvlees, melk, aardappelen. In kilo’s, liters en euro’s. Terwijl landbouw van oudsher is gebaseerd op een balans met de natuur, op verbinding met de samenleving. Die balans is weg, en de agro-industrie staat ver van mensen af.”

Het kabinet wil in Europa juist „alles op alles” zetten om het huidige verdienmodel van boeren te behouden. Dat is doorgaande schaalvergroting, intensivering, specialisatie en marktverovering. Goed beschouwd is dat model failliet, omdat de Nederlandse landbouw en veeteelt tegen ecologische, wettelijke en financiële grenzen aan lopen. En toch wil de agrarische sector er helemaal niet vanaf. In plaats daarvan kijken boeren steeds naar de overheid: garandeer ons een verdienmodel. Boeren, dat waren toch zelfredzame ondernemers? Of zijn ze in dienst van de overheid?” Het kabinet zet vooral in op minder regelgeving, versoepeling van milieunormen, technologische oplossingen voor vervuiling, geen gedwongen krimp van de veestapel.

Er is 2019 in Europa een groot vergelijkend onderzoek naar gedaan, in onder meer Nederland, Groot-Brittannië, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Spanje. Heel verrassend was dat kleinere, minder intensieve bedrijven echt beter verdienden dan grotere intensieve bedrijven. Want die grotere hebben zeer hoge kosten, ook hoge financieringslasten, en worden harder geconfronteerd met schommelende prijzen en de volatiele markt. Voor bijvoorbeeld 100 kilogram melk, verdienden kleinere bedrijven vaak het dubbele of meer van wat grote, intensieve bedrijven verdienen.”

Loading full article...