Al eeuwenlang wordt de mens gefascineerd door verhalen over de gezonken stad Atlantis. Feiten voor het bestaan van deze verdwenen beschaving zijn beperkt. Wat we weten over Atlantis is gebaseerd op twee boeken Timaeus en Critias (rond 360v. Chr. Geschreven door Plato, een Griekse filosoof. Vooral in Critias wordt Atlantis als een paradijs beschreven.


Plato’s beschrijving van Atlantis

Volgens Plato leefde de gemeenschap op een idyllisch eiland. Zij leefde meer dan 1000 jaar eerder in het midden van de Atlantische Oceaan. Poseidon (god van de zee) stichtte deze samenleving. De sterke en intelligente bevolking bestond uit halfgoden. De vijf tweelingen van Poseidon en de sterfelijke Cleito, regeerden het eiland. Atlantis was erg rijk en had prachtige gebouwen waarvan de muren met kostbare metalen versierd waren. In de centrale heuvels stond een gouden beeld van Poseidon in zijn triomfwagen getrokken door gevleugelde paarden. Ook waren er schitterende fonteinen, exotische dieren en fruitbomen. Er was elk jaar een tweede oogst mogelijk door de kanalen die er liepen. De mensen van Atlantis werden echter corrupt. Zeus (de oppergod) veroorzaakte daarom een vloedgolf die Atlantis in één dag en nacht wegvaagde.


Loading full article...