Kimmie en Ko in Madagaskar
'Kijk, Ko, dat is een baobab!'
'Wat zeg je nou?'
'Die boom daar, dat noemen ze hier een baobab.'
'Een boabab?'
'Nee, een baobab.'
'Ja, dat zeg ik toch: een boebab.'
'Nee, niet een boebab. Het is een baboeb. Nee, ik bedoel baobab.'
'Je weet het zelf ook niet meer, hè?'
'Je brengt me in de war, maar het is echt niet moeilijk.'
'Nou, ik vind het wel moeilijk. En wat een rare boom met die wortels in de lucht! Weet die blaoblab dat die op z'n kop staat?'
'Nee, je zegt het weer verkeerd. Het is een baobab.'
'Ja, dat zeg ik toch. Een boblabab!'
'Het is geen boblablab, maar een blabblobloop.'
'Weet je zeker dat het een blabblobloop is?'
'Nee, hoe kom je daar nou bij?'
'Dat zeg je net.'
'Nee, nee, nee, het is een baobaboob.'
'Was het geen baobab?'
'Uh...'
'Nou?'
'Ik weet het niet meer. Je hebt me helemaal in de war gebracht!' roept Kimmie uit.
'Ja, daar ben ik goed in,' grijnst Ko.
'Laten we maar weer verder gaan. Er zal vast nog meer bijzonders zijn op dit eiland.'
'Goed idee. Magadaskar lijkt me het waard om te ontdekken.'
'Nee, het is niet Magadaskar, het is Madagaskar!'
'Maladaskar?'
'Nee, Malagalala... laten we maar gaan!'