De boom waar de hut in gebouwd was, lag op een kwartier vliegen van de Zora's. Wandelen duurde al gauw een uur, maar het was de enige boom in de buurt die groot genoeg was. De boom doemde al gauw op in de verte. Hij stond als enige Crio boom statig in het midden van de vallei, met niet meer dan een dunne beek die wat verderop voorbij kabbelde. Mishko’s vleugels bogen naar voor om af te remmen en enkele tellen later kwamen ze met een zachte dreun neer in het sneeuwtapijt. Zowel Lena als haar diens grote beschermer tuurden in de hoogte naar de kruin van de boom die nog steeds bedekt was met een groen bladerdek. Deze soort was één van de weinigen die hun bladeren behielden tijdens de winter. Hun boom stond ver weg van alle anderen, waardoor zijn schoonheid nog meer tot zijn recht kwam.

Zoals de meeste Crio bomen had ook dit exemplaar uitstekende schorsplateau’s rondom zijn stam. Als een heuse wenteltrap voerden ze tot helemaal boven waar de hut was. Lena zou dus alleen naar boven en beneden kunnen van zodra ze ouder was.

Na enkele seconden ademloos genieten van het magnifieke natuurfenomeen steeg Mishko op om even later boven op een dikke tak te landen. Hij moest zijn best doen om te balanceren, want hij was niet gewend om in bomen te leven. Paran draken leefden normaal in hoge gebergten, waar sierlijkheid ver van een prioriteit was. Van zodra hij ging liggen voor de hut sprong Lena van zijn rug. Hoewel ze moe was, voelde ze zich toch een beetje thuis hier in de boom. Haar oren hingen echter triest naar beneden toen ze aan haar mama en papa dacht die ze nooit meer zou zien. Ze doorsnuffelde alles grondig, maar hun geur was nergens te bespeuren. Ze piepte stilletjes toen ze besefte dat ze alleen was. Over haar schouder keek ze naar die grote draak die ze eigenlijk nog steeds behoorlijk eng vond. Hij knikte in de richting van het hol. Lena liet haar kleine kopje treurig hangen en pikte zo de volgende geur op.Het onbekende geurenpallet leidde haar een beetje af en ze volgde haar bruine neusje tot ze binnen was. Mishko volgde haar en stapte ook in de ronde hut. Het feit dat hij zich moest bukken om het plafond niet te raken en het bouwwerk in de afgrond te gooien was echter wel een ergernis voor hem. Hij trappelde wat in het rond en plofte toen neer, zijn staart soepel om z’n lijf gevouwen.

Loading full article...