Zenuwachtig ijsbeert Ka door zijn hut. Zijn hart bonst hard. Het dreunt in zijn oren. Net als de tijd die voor zijn gevoel veel te snel verstrijkt.
Wat als? Wat als? Die vraagt blijft hij als een mantra in zijn hoofd herhalen. Wat als ze hem wat aan wil doen? Wat als hij vanavond in de ketel eindigt.
Hij slaat zichzelf in het gezicht. Dat lucht een beetje op. Hij voelt zijn wangen gloeien. Hij moet zich niet zo druk maken. Kinni is tenslotte de knapste kannibaal die hij kent.
Op dat moment hoort hij haar stem van buiten: 'Joehoe!'
Ka haalt een keer diep adem en voegt zich dan bij haar. 'Mooie kralenketting heb je om,' zegt hij.
'Je bent een attente man. Daar heb ik je altijd om bewonderd. Zullen we een stukje wandelen?'
'Goed,' zegt Ka opgelucht.


#140w #schrijfuitdaging #kannibaal 

Loading full article...