Lijn 14
De capuchonloze jas biedt nauwelijks bescherming, voor een regenbuitje draai ik mijn hand niet om, maar dit takkenweer stemt zelfs mij chagrijnig. Het bushokje was door een rukwind weggevaagd, niets wijst erop dat er hier überhaupt nog een halte is. Voor hetzelfde geld wacht ik voor nop.
Een man met dichtgevouwen paraplu komt naast me staan.
'Ja, sorry, ik waag mijn paraplu niet aan deze storm,' verontschuldigt hij zich met een knikje naar zijn regenscherm.