Wat hieraan vooraf gaat:

Het valt niet mee om tante Coby even verrast te doen staan, en vooral om daarna dan enige momenten stilte te hebben, maar oom Frits heeft het blijkbaar voor elkaar. Maar dit soort heerlijke stiltes kunnen natuurlijk nooit heel lang duren.

‘Wat ik niet vroeg? En heb je daar een boek voor nodig, voor al die dingen die ik niet vroeg?’

Het is ontegenzeglijk waar, oom Frits wordt met deze vraag een tikkeltje in de verdediging gedrukt. ‘Zeker lieverd,’ weet hij nog net uit te brengen en hij vraagt zich af waarom hij, net als een gemiddelde regenwurm, niet snel de bodem in kan schieten.

‘Wat dacht je van de stofzuiger, de stofdoek en de poetslap?’

Loading full article...