140 woorden, waterfeest
“Wat is het toch warm hè”, verzucht Bart. Het zweet druppelt over zijn rug.
Zijn vriendje Mark beaamt dit. “Verschrikkelijk warm.”
De twee jongens liggen uitgevloerd op het gras. In de schaduw, dat wel. Maar toch is het té warm om ook maar iets te doen. De moeder van Bart stapt naar buiten. Ze draagt een dienblad met een kan limonade en twee glazen erop. “Jongens, limonade!”, roept ze naar hen. De jongens krabbelen overeind en schenken hun glazen goed vol. Ze drinken het glas in één keer helemaal leeg. Dat doet ze goed. Helaas helpt het maar voor even. Al snel hebben ze het weer warm. Moeder zegt dat ze de oplossing wel weet. De jongens kijken haar nieuwsgierig aan. Even later komt moeder weer naar buiten met een emmer vol waterballonnen. “We maken er gewoon een waterfeest van!”
