Ik kijk uit het raampje naar het voorbij flitsende landschap. Het is een ruig landschap, een woeste stroom water volgt dezelfde route als de trein waar ik in zit. Er liggen veel rotsen in de stroom, ook aan de rand van het water en er staat af en toe een kale boom langs de kant. Het zonnetje staat fel te branden aan de hemelblauwe lucht.

Het ziet er prachtig uit, ik zou er graag willen lopen, genietend van het bulderende geraas van de grote waterval in de verte. Het kristal heldere water glinstert in de zon, als een golvende deken van kleine kristallen. Met een zucht laat ik me iets onderuit zakken op de niet al te comfortabele bank. De reis zal nog een tijdje duren, pas in het begin van de avond zal ik op mijn bestemming aankomen, na drie dagen onderweg te zijn geweest. Deze mooie dag zal ik doorbrengen in deze kale coupé, op mijn zelf meegenomen kussentje op de houten bank. Jammer, het landschap ziet er zo aanlokkelijk uit.

Plotseling begint de trein snel aan vaart te minderen, ik moet me vasthouden om niet van de bank af te glijden. Mensen kijken verschrikt op, de gesprekken verstompen. Met piepende remmen komen we tot stilstand.

"Wat is er aan de hand?" vraagt een jongetje wat wij allemaal denken.

Loading full article...

Leuk geschreven! Ik denk dat het woord 'landschap' is :)
Dank je wel! En nee, het is ook niet het woord landschap :)
Is het woordje "buiten" misschien ?
Ook dat woord is het niet :)
Ik gok op stroom, van stromend water
Helaas, dat woord is het ook niet! :)
Bank denk ik?
Nee, dat is het ook niet :)
Mooi geschreven stukje, ik vergeet tijdens het lezen helemaal dat er ook naar een woord gespeurd moet worden.
Toch een poging: boom?
Dank je wel! :) En helaas, het is niet het woord boom :)
Echt heel leuk geschreven! Ik ben benieuwd wie het gaat raden
Dank je wel! Ja, ik ook :)